Hij weet niet waar hij heen moet gaan Een arm wijst hem de weg Zij zet haar scooter zomaar ergens neer Een gebaar zegt: nee, daar Weer iemand anders kookt van woede Een gesprek volgt: rustig maar Iemand waant zich onbespied Gelukkig is er toch iemand die het ziet Dat zijn de BOA’s, onze BOA’s Niet onze vijanden, maar onze maten Geen dienders, wel dieners Geen grote woorden, wel menselijke maten Want het is niet hun openbare ruimte, het is de onze Het zijn niet hun regels, het zijn de onze Een puinhoop op straat, is onze puinhoop Te dicht op elkaar, is ons gevaar En vindt u dat onzin, lastig, nooit terecht En ligt het dus aan de BOA Vraag u dan af: zijn zij de bedenkers van Corona? Hebben zij de regels opgelegd Om u te pesten, te plagen? Dan zou het u misschien kunnen dagen: Dit zijn de BOA’s, onze BOA’s Niet onze vijanden, maar onze maten Geen dienders, wel dieners Geen grote woorden, wel menselijke maten