Ik zou zo graag

Ik zou zo graag jullie stadsopener willen zijn
en meer dan alleen jullie stadsdichter zijn
De winkels open, de cafés vol reuring
De markt weer vol. Verkaaik, geen Bol.com
Gewoon weer elke deur in –
en weer uit. Op zoek naar
school, theater – gewoon, beweging

Ja, ik zou zelfs de raadscampagnes
al voor geopend willen verklaren
Om dan bij onze lokale politici zelf
de meningen op te halen
In plaats meninkjes per dozijn
bij de zoveelste talkshow
van televisie te halen

Weet een stadsopener dan
wat wijsheid is en wat niet?
Ach nee, zo zit het niet
Het virus is hier de tegenstander
niet de ander
En wat besmettelijk is
verandert ook een stadsopener niet
Helaas, meer dan als dichter struikelend
wat woorden open gooien kan ik niet

Maar volgens mij is er zoiets als
Gezond Burger Verstand
Kunnen we met rust, reinheid
en minder eenzaamheid
mondkapjes over de neuzen houden
ongepast lief doen op gepaste afstand
en gewoon alles doen
wat niet het OMT of de minister
maar het virus van ons verlangt
Totdat we minzaam zwaaiend afscheid nemen
Zeggend: “Hé virus – je bent als virus mislukt
Je hebt het helemaal verknald!”

Peter Noordhoek

Gedicht bij de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Gouda, 14 januari 2022

Post-pandemie

Laten we mild zijn voor elkaar
Niet de irritatie een kans geven
die rusteloos en schuldzoekend
aan onze Zoompoten zaagt
in deze fase van de pandemie

Laten we mild zijn voor elkaar
Besmettingen wel meten maar elkaar
niet de maat nemen. Rustig
argumenten wegen, banden smeden
in deze snijdende fase van de pandemie

Laten we mild zijn voor elkaar
Wel boksen, niet omhelzen
Thuis blijven, wel werken
En elkaar toch weten te vinden
in deze zoekfase na de pandemie

Laten we mild zijn voor elkaar
Genieten van elke vrijheid
En in elke beperking
de tijdelijkheid blijven zien
in deze nog niet post-pandemie

Peter Noordhoek

Over Prullebakvaccinwachtrijen

Mijn vrouw heeft vroeg op Hemelvaart
bij onze artsen een vaccin gehaald
Maar teveel andere mensen dachten
– als je dat gedachten mag noemen –
Ach, ik ga maar niet, ’t loopt niet zo’n vaart

Maar een prullenbak met volle naalden
maakt geen einde aan een pandemie
En dus hebben de artsen hun praktijk
nog wat langer opengesteld
en toonden anderen met meer visie
zich tot wat wachten bereid

Wat moet je met een land
waar de ene in een wachtrij staat
voor wat de ander achter laat?
En kennelijk de ene een
gevaar ziet of gewoon ongemak
in wat de ander als gezondheid
of gewoon vakantie ziet?

Gelukkig hebben wij nog artsen
die hun geest niet in de prullenbak gooien
Die nadenken en zeggen: laat maar komen!

Peter Noordhoek

Van stadsdichter naar stadsopener

Een trap vol publiek in de Goudse bieb
zoekt elkaar op zonder elkaar aan te raken
Smoest, roezemoest in afwachting van
dat ene moment: de bekendmaking
van de nieuwe stadsdichter van Gouda
Het had best wel wat van een spreading event

Het moment is gekomen en weer gegaan:
felicitaties, bieren, vieren en een
onwezenlijk besef dat je aan de gang
mag gaan met gedichten, feesten
en grootse evenementen:
75 jaar bevrijding, 750 jaar stad

Ach, slechts 3 dagen heb ik dat genot
gehad. Daarna kwam alles uit het vat
van een virus van het biermerk corona

De stad ging dicht en deze
stadsdichter werd bijna uitgewist
Bijna, maar niet helemaal
Want al snel besefte hij dat
juist de woorden van een dichter
met ritme, rijm en warmte
en wat waarheid

de huizen en plaatsen open
maken die door virus, serieuze angst
en maatregelen waren dichtgeslagen
En met hem gingen vele andere
dichters op het dichterspad
Nooit heeft een stadsdichter zoveel
spontane collega’s gehad

We zijn nu een jaar verder
voorjaar en vaccin wenken
Maar de stad is nog dicht
Winkels zijn gesloten en
wanden komen op ons af
En geen gedicht kan dan
verhullen dat we meer
dan mooie woorden willen
En daarom is er maar één ding dat ik
nog liever dan een stadsdichter wil zijn
en dat, beste burgers en collega’s,
is om uw stadsopener te zijn

Peter Noordhoek

Eenzame begrafenis in Coronatijd

Een hand op de kist
Een knik van het hoofd
Een gemompeld ‘daar ga je’
Een controle van de naam
die iets meer dan controle is
Alles helpt, ook ______ op afstand

Eenzaam maakt snel alleen
De man, vrouw, voor ons
die onaanraakbaar
naar graf of urn gaat
Heeft ook ons allen
ongewild ______ op afstand
tot elkaar gezet

Maar troost kent geen tijd
Is niet gebonden aan Corona
openingstijden of
bezoekerslimieten
Er is altijd tijd voor afscheid
Een later laatste afscheid

Dus leg ik in gedachten
mijn hand op de kist
Knik ik mijn hoofd
Noem ik jouw naam
en neem ik geenafstand
tot herinnering

Peter Noordhoek

Rellen

Als verveling frustratie wordt
Je zat bent van elke rotkop
Plat ben van het liggen
in je stinkende kot
En je je niet wil schikken in je lot

Dan rap je, rap je
naar de straat
trap je, trap je
naar blauw op straat

En kick je, kick je, keihard,
naar wat je niet naar buiten laat
niet naar je makkers, je girls
toe laat

gedaan met je lockdown
gedaan met wat me is aangedaan
Ik heb hier niet om gevraagd
hebben ze jou soms iets gevraagd?

ik hou scherven in mijn handen
Hou de scherven in mijn hart

 

De muren je plat slaan
En jij ook wil plat slaan

Peter Noordhoek


59 namen

59 mensen uit de maanden
maart, april en mei 1945
haalden de bevrijding niet of niet echt 
Slachtoffers van een oorlog
waarin honger, ziekte, armoe
te lang te liggen kwamen onder
een deken van angst en
verdwaalde bommen

Sindsdien liggen ze hier, onder deze heg -
grotendeels kistloos, verhaalloos, gezichts-
en steenloos in drie groepen samen 
begraven en ongetwijfeld herdacht
en ooit herinnerd, maar ook een te lang
vergeten massa mensen onder een heg

Gelukkig rest hen nu dit, hun namen:
Arie, Pietertje, Bernardus, 
Jan, Johannes en Johan,
Hendrik, Albertus en Jannetje,
Alexander, Johanna, Frans en Petronella,
Anna en Anton, Dirk en Klaasje,
Simon, Pieter, Hugo, Huibertje en Hermina,
Jacobus, Robert, Herbert en Leendert
Andries, Anna en Anna Maria
Gerda, Frederik en Hendrik,
Peter, Cornelis, Franciscus en Hendrika,
Teunis, Nico, Willem en Wilhelmina

Wij kennen nu hun namen

en bij deze verzamelde voornamen 
ook achternamen die zo te horen 
bijna te alledaags zijn voor onze moderne oren
In hen komt ook ons eigen leven samen:
Wij wonen langs de straten waar zij aan woonden
Zij gingen op school waar wij naar school gingen
Wij steken de Markt net zo schuin over 
als zij ooit deden
Zij kenden de weg hier net zo goed 
als wij die nu weten
Wij leven waar zij ooit leefden
Zij spraken waar wij nu spreken

Wij kennen nu hun namen

Verschillen zijn er zeker
Zij hebben nooit geleefd op anderhalve meter
Wij hebben nooit zoals zij onze vrijheid 
vijf jaar opgegeven
Maar één ding is zeker
Als wij gaan
rest ook van ons 
uiteindelijk maar één ding
en dat is niet ons lichaam
niet onze faam
maar wel onze eigen naam
en wie die naam ook spreekt
breekt een nieuwe herinnering aan

Hier staan we dan
Bij een bord met 59 namen
59 mensen, 59 verhalen
In één graf onder één heg
En wij kennen nu hun namen:

Arie, Pietertje, Bernardus, 
Jan, Johannes en Johan,
Hendrik, Albertus en Jannetje,
Alexander, Johanna, Frans en Petronella,
Anna en Anton, Dirk en Klaasje,
Simon, Pieter, Hugo, Huibertje en Hermina,
Jacobus, Robert, Herbert en Leendert
Andries, Anna en Anna Maria
Gerda, Frederik, Hendrik,
Peter, Cornelis, Franciscus en Hendrika,
Teunis, Nico, Willem en Wilhelmina

Dit zijn hun namen

Dit zijn hun namen

Dit zijn hun namen

* Vanwege de voordracht zijn enkel de voornamen genoemd en niet de achternamen, waarbij ook aangetekend moet worden dat er sommige voornamen door meerdere mensen werden gedragen. De volledige lijst met namen is bij comité te lezen en uiteraard op het nieuwe bord van de begraafplaats zelf.

De BOA

Hij weet niet waar hij heen moet gaan
Een arm wijst hem de weg
Zij zet haar scooter zomaar ergens neer
Een gebaar zegt: nee, daar
Weer iemand anders kookt van woede
Een gesprek volgt: rustig maar
Iemand waant zich onbespied
Gelukkig is er toch iemand die het ziet

Dat zijn de BOA’s, onze BOA’s
Niet onze vijanden, maar onze maten
Geen dienders, wel dieners
Geen grote woorden, wel menselijke maten

Want het is niet hun openbare ruimte, het is de onze
Het zijn niet hun regels, het zijn de onze
Een puinhoop op straat, is onze puinhoop
Te dicht op elkaar, is ons gevaar

En vindt u dat onzin, lastig, nooit terecht
En ligt het dus aan de BOA
Vraag u dan af: zijn zij de bedenkers van Corona?
Hebben zij de regels opgelegd
Om u te pesten, te plagen?
Dan zou het u misschien kunnen dagen:

Dit zijn de BOA’s, onze BOA’s
Niet onze vijanden, maar onze maten
Geen dienders, wel dieners
Geen grote woorden, wel menselijke maten

4 & 5 mei

Op 4 mei gedenken we
Op 5 mei vieren we

Een dag waarop trompetten lange tonen maken
Een dag waarop bands en DJ’s hun herrie maken 

Een dag die om stilte vraagt
Een dag die meer is dan een feest

Die dag
En die dag
komen samen 
als ze hun draden trekken
van een voor velen ver verleden
naar wat nu zo dichtbij is in het heden

Dit is geschreven in dagen van virus en isolatie
van thuiswerken en aan je thuis moeten werken
Met in die kleinere ruimte meer ruimte voor
onrust, rouw, verlies van banen en meer –
niet in het minst de angst om te besmetten 
of besmet te worden

Maar een paar maanden zijn nog geen 5 jaar
En dit is niet de eerste crisis sinds die oorlog
van 75-jaar voor het heden
En hoe vaak hebben we niet laten zien
- en laten we nu al zien –
Hoe sterk we zijn en hoe samen
we zijn als het moet
Als het ertoe doet

Laten we 4 mei en 5 mei in ere houden
En deze dagen extra waarderen 
als we nog niet bevrijd zijn van Corona 
en het er nog niet de tijd naar is om
af te ronden en te vieren

Dus blijven we zeggen:

Op 4 mei gedenken we
Op 5 mei vieren we

Een dag waarop trompetten lange tonen maken
Een dag waarop bands en DJ’s hun herrie maken 

Een dag die om stilte vraagt
Een dag die meer is dan een feest