Ik wil niet denken aan de broeders Houtman, Of aan Oost Indie, en wat daarvan kwam. Ik wil noten voelen in de regen, Die het daverende groen bewegen. Ik wil niet vrezen dat ik niet meer op sta, Of hoe mijn hart stopt en de facto doodga. Ik wil een vijver, en daar urenlang: Een dansorkest met zwanenzang. Ik wil hier zingen tot mijn laatste dagen. Ik wil hier dansen tot aan mijn pensioen. Ik wil bomen door muziek zien groeien in het Houtmansplantsoen. Ik wil niet schrijven aan een president, Of een lofzang op een burgemeester. Ik wil kijken naar een dirigent. Ik wil horen tussen boom en heester. Ik wil geen pretpark, bungjeejump of circus. Ik wil een rondedans hier bij de tent En op een klapstoel, naast een hibiscus, Wil ik overvloed van elke band. Ik wil hier zingen tot mijn laatste dagen, Ik wil hier dansen tot aan mijn pensioen. Ik wil bomen door muziek zien groeien, In het Houtmansplantsoen. Ze mogen banen, bonus, auto’s stelen. Stuur de deurwaarder naar me toe. Ondertussen klinken duizend kelen, dan ren ik hierheen, weet niet sneller hoe. En in de uren van mijn laatste dagen, Dans ik, dement en naakt, rond in het groen. Dan ga ik bomen tot de hemel jagen, van het Houtmansplantsoen. Joost Reichenbach
Pieter Stroop van Renen
Gedichten van Pieter Stroop van Renen
Ik kan niet zonder

Zinderende stad

Hoeveel gekken telt Gouda?
Hoeveel gekken telt Gouda. Ik begin te tellen bij 1. de burgemeester. Maar een kromgebakken zwerver scheldt me uit Dat die en die nog gekker Is en telt op kleine duimpjes verder. 2-ben jij met je maffe streken 3-je gedichten, die tellen voor twee 4-zoals je vroeger was 5-zoals je eindigt straks. Heel Gouda telt nu mee De burgemeester dirigeert de stoet Van mafioze mafketels die tellen wie gek genoeg Is voor een lijst. 2001, 2002 en 2003 Alle getelde gekken Moeten op de markt staan. Met mutsen op, toeters voor, Ezelsoren, Allemaal,allemaal! een dichteres tilt haar paarse rokken op. ‘Ik heb er niks onder aan, Tel me mee.’ 60.001, 60.002 en 60.003 De markt staat vol en ik Hang een lijst vanaf de Sint Jan, tot de stenen van het plein. Een kerk valt om. Er rollen kazen over het plein. We blijven tellen. Snel, de maagd Marianka er nog op. Want zo’n oranje jas Dat kan niet meer, En de bourgeousie van bunnik, De hele familie, want die Hebben zulk raar haar. We juichen en we zingen De lijst is compleet En tot in Bergambacht klinkt Ons volkslied Zeventigduizend Goudsbegaafde Zotten Zullen Zalig Zielsgelukkig Zwemmen Zonder Zwembroek Zalig Zoutig Zwembad* Op Zotte Zaterdag Joost Reichenbach *naar Urbanus van Anus
De blonde Sint Jan
Ik staar naar een foto Waarop de blonde Sint Jan Haar haren van links Naar rechts zwiept, Raak het Stadhuis even aan Dat tussen de bedrijven door Knipoogt naar de kijker. De Markt lacht breed Met hagelwitte tanden Om al mijn gestaar en geprevel Mijn obligate prijzerij En toch is er een Stad om van te houden In volle weemoed naar Te verlangen Als je op vakantie denkt even Weg te zijn maar toch in Heimwee zit gevangen Joost Reichenbach
Ben jij dit, mijn stadje
Ben jij dit, mijn stadje? Loop ik echt Van de Wilhelminastraat de Markt op In opmaat tot thuiskomst? Ben jij dit, mijn stadje? Ben jij bij dit wenden der nacht Als enige in staat om mijn looptocht van liefde Te bedekken met stilte? Ben jij dit, mijn stadje? Stuur jij nu een veger van Cyclus De straat op om even Geluiden te maken omdat ik wat reuring behoef? Ben jij dit mijn stadje? Laat jij het Stadhuis met zijn vuurrode luiken Even plechtstatig neigen naar waar ik Mijn voetstappen zo schielijk zacht neerzet? Ben jij dit mijn stadje? Weet dan dat ik thuis in de nazit Met twee glazen whiskey Gelukzalig weet Dat jij mij weer gidste en rust gaf Joost Reichenbach
Als ik weg zou gaan van hier
Als ik weg zou gaan van hier Als ik weg zou gaan uit Gouda zou de IJssel niet meer vloeien Stopt het grazen van de koeien Als ik weg zou gaan van hier Als ik weg zou gaan uit Gouda Zou de Waag het wegen laten Zal het orgel niet meer praten Als ik weg zou gaan van hier Als ik weg zou gaan uit Gouda Zou de kerk het glas ontberen Zou geen trein meer arriveren Als weg zou gaan van hier Ik zou niet weten waar te schuilen Zou me schamen voor mijn huilen Als ik weg zou gaan van hier Dus moet ik in Gouda blijven Om de liefde te bedrijven Om nog een gedicht te schrijven En niet weg te gaan van hier Joost Reichenbach