Meisje achter de kerk

Pas achter de kerk werd het wat stiller
Een paar duiven rommelden langs de rand
Ik trof er een meisje
Ze zat in haar eentje op de bank
te likken aan een ijsje
Ik groette haar
Zij groette mij opgewekt terug
Zit je daar vaker? vroeg ik toen maar
Mhmm, iedere vrijdag zei ze
Dit is mijn lievelingsplek

Ze hield haar blik constant op het poortje viel mij op
Voert het je naar vroeger terug? waagde ik
Misschien, antwoordde zij kort
En sierlijk onderschepte ze een kloddertje

Ik sprak een meisje op het Achter de kerk. Dit ontmoetinkje was zo kort en vanzelfsprekend dat ik de schoonheid ervan eerst over het hoofd zag. Later, toen het momentje mij weer voor de geest kwam, promoveerde ik het tot het maandgedicht van november 2010

Meidoorn bij de St-Jan

In stilte bewaren  
Oude muren en klinkers
De geheimen
Van het verleden

In een stille strijd
Van eeuwen
Ontwrong zich de meidoorn
Aan de knellende stenen

Het getergde hout
Reikt naar de hemel
Vindt rust bij de sterren
Die in witte bloesems spreken

Achteraf denk ik dat dit gedicht de jury een belangrijke aanzet gaf om mij tot nieuwe stadsdichter van Gouda te verkiezen. Het gedicht dateert dus van iets voor mijn stadsdichtersperiode.

Hoge geheimen

Wij zijn de hoge geheimen
ooit door de broeders Crabeth 
eerst op cartons getekend
daarna in het lood gezet.

Eeuwenlang horen wij voeten,
zij lopen maar in en maar uit.
Reizigers die gidsen ontmoeten,
de peter, de drager, de bruid.

Wij zijn de broze glazen
met beelden van eeuwen her.

Ooit werden wij verstopt.
Nu heeft de St. Jan zich ontpopt
en staat in haar statige stilte
te stralen als de Kerstnachtster.

Frouwkje Zwanenburg