Ik wil niet denken aan de broeders Houtman, Of aan Oost Indie, en wat daarvan kwam. Ik wil noten voelen in de regen, Die het daverende groen bewegen.
Pieter Stroop van Renen was de negende stadsdichter van Gouda (2018-2020). Gedurende zijn periode heeft hij niet stil gezeten.
In het recente verleden schreef hij nog onder pseudoniem als Joost Reichenbach of simpelweg als Pieter Stroop. Tegenwoordig schrijft hij onder zijn volledige naam.
Hij heeft zichzelf als doel gesteld Gouda definitief tot Poëzie-hoofdstad van Nederland te kronen. Dat is hem zeker gelukt.
Direct na zijn installatie als stadsdichter heeft hij de Dichter van Dienst ingesteld. Deze dichter begeleidt de uitvaart van een eenzame overledene met een persoonlijk gedicht. Daarnaast heeft hij zich ook sterk gemaakt voor de verkiezing van een jeugdstadsdichter van Gouda.
De oprichting van het Stadsdichterskantoor, of het Kabinet des Stadsdichters, is ook mede op zijn initiatief tot stand gekomen.
Inmiddels heeft Pieter Stroop van Renen Gouda verlaten maar hij blijft mede organisator van het Gouds stadsdichtergala, waarbij een keur aan stadsdichters uit het hele land in Gouda voor het voetlicht treden.
Pieter Stroop van Renen heeft een indrukwekkende – qua omvang, kwaliteit en toegankelijkheid – stadsdichtersbundel geproduceerd: “Een Mond vol pijpen”. Meer informatie daarover is te vinden op
Daarnaast heeft hij eerder twee bundels gepubliceerd:
- Niet lullen maar zoenen (2007)
- Naakt op het dressoir (2018)
Pieter heeft brede bekendheid gekregen met zijn gedicht ‘Het allerliefste kind’ en bijbehorende bloemlezing, gemaakt naar aanleiding van de vondst van een een pasgeboren baby in een ondergrondse afvalcontainer in Amsterdam, februari 2021.