Ach lief, hoe ver heeft de dood je meegenomen? Jij bent altijd dichtbij In woorden die al zijn uitgesproken En jij herkauwt in fruitig vers In de taal van 70 jaar weg Muggen, larfjes en de tor Die zijn bips parmantig poetst Terwijl jij ze innemend beloert Ach lief, hoe dichtbij Jouw bijna honderdjarige hand Op mijn bijna honderdjarige huid Streelt de dood voor ons uit Als de verloofde brieven van jaren Die je zo hard drukt tegen je borst Dat mijn hart hetzelfde ritme bonst Ach lief, hoe ver is de dood? Bij mij Om dichtbij te zijn Ik dichtbij Wij dichtbijen Leo dichtbijt Een werkwoord zonder verleden tijd Ruud Broekhuizen