Zondag 29 oktober was de Goudse Schouwburg het toneel voor het Groot Gouds Stadsdichtersgala. Inmiddels de vierde editie. Maar liefst 29 stads-, dorps- en provinciedichters streden om de Grote Prijs van Gouda met uiteindelijk de Leidse stadsdichter Zoë van de Kerkhof als grote winnaar.
De verkiezing begon met een voorronde, waarin elke dichter drie minuten kreeg om zijn of haar mooiste gedichten voor te dragen. Daarna boog de vakkundige jury onder leiding van Ronald Giphart zich over als deze voordrachten. De jury selecteerde uiteindelijk negen dichters voor de halve finale. Na een publieksstemming wisten uiteindelijk Zoë van de Kerkhof (Stadsdichter Leiden), Natasha Bodde (stadsdichter Spijkenisse) en Yanaika Zomer (Stadsdichter Den Helder en de winnaar van vorig jaar) door te dringen tot de finale. Na een volgende publieksstemming mocht Zoë de enorme beker in ontvangst nemen.
Naast deze Grote Prijs van Gouda werden er nog enkele prijzen uitgereikt. Zo won Larissa Verhoeff, stadsdichter van Ede de Marianka Peters Persprijs voor haar toegankelijke en humoristische gedichten. De Gildebroedersprijs voor de meest talentvolle afvaller van de voorrondes werd toegekend aan de Harderwijkse stadsdichter Timo Verbeek.
Tot slot werd de eilanddichter voor Pampus bekendgemaakt. Het is op het gala inmiddels een traditie om een stadsdichter te benoemen voor een plaatsen die dat nog niet heeft. Vorig jaar werd zo de stadsdichter van Leeuwarden uitgeroepen. Dit jaar vond de organisatie dat het tijd werd voor een eilanddichter voor Forteiland Pampus. Romy van Dongen ging er met de eer vandoor. Ze mag een weekend in residence op het eiland en wordt uitgenodigd om diverse festivals op het eiland luister bij te zetten. Ook kreeg ze op het podium de sleutel van Pampus overhandigd.
