Steun

Steun voor de mensen in het wit
Steun voor de grote familie in een te kleine flat
Steun voor de ZZP’er die naar zijn lege handen staart
Steun voor de winkelier die voor zijn onverkochte voorraad staat
Steun voor de premier met zijn moeilijke verhaal
Want we zijn allemaal deel van dat moeilijke verhaal

Steun voor de onderwijzer bij de lastige afstandsklas
Steun voor de journalist met een invoelend verslag
Steun voor de tandarts die boven een mond moet hangen
Steun voor de ambulancebroeder die een zieke letterlijk op moet vangen
Steun voor de vrijwilliger die met iemand zonder aanspraak spreekt
En steun voor iedereen die ik ten onrechte vergeet

Steun, steun, steun voor ieder die het nodig heeft
Alleen is en behoefte aan een woordje heeft
Samen is en verschillende behoeftes heeft
Steun ook, als ik het vragen mag, voor onszelf
Dat we gewoon gezond mogen blijven
of sterk aan de andere kant van Corona verschijnen

Wankelmoedige tuinman

Het riet is de baas van de waterkant.
Aan zijn voeten buigen de varens,
kruipen kamperfoelie en bitterzoet.
De planten kennen hun plaats in het plan.

Ik loop verloren met een zaailing in mijn hand.
De grote, allesomvattende orde, wat begrijp ik ervan?
Hoe zou ik in staat zijn één plantje te plaatsen
zonder het plan te verstoren?

Papavers

De belofte van voorjaar
verzandt in zinderende dagen.
Merels liggen in verstofte aarde uitgespreid.

Voordat je het doorhebt,
bloeien de papavers,
verkondigen de zenders oorlogstijd.

Ik ren rond met gieters water.
Alles vlucht de scheuren in,
waarna het in diepe grond verdwijnt.

Het Water

De aarde is de thuisplaats van het water.
Het water is de rusteloze van de aarde.

De wolk is de lichtheid van het water.
Het water is de zwaarte van de wolk.

De regen is de verdeeldheid van het water.
Het water is de eenheid van de regen.

De vijver is de bewaarder van het water.
Het water is de waarde van de vijver.

De sterren zijn de vergezichten van het water.
Het water is de spiegel van de sterren.

De diepte is de donkerte van het water.
Het water is de flonkering van de diepte.

Een verscholene is de schepper van het water.
Het water is de schuilplaats van de schepper.

Iets

Het liefste ben ik uit de tijd
loop ik op klompen
draag ik ruwe wol
heb ik die vormeloze vilthoed op
wat is dat toch met mij?

De handelaren in oud ijzer
weten precies waarvoor ze komen
behoud van energie
want niets verdwijnt uit dit heelal
en nooit komt er iets bij.

Wat er is, dat was er altijd al
materie, leven, pijn
toch, in het diepste
van mijn wezen voel ik
er schuilt iets nieuws in mij.

Grond

De grond die mij het plezier verschaft
van het simpele graafwerk
bergt de diepte waarnaar ik verlang.

Wortelstelsels, wormgangen,
weefsel van schimmeldraad, gitzwart en glimmer
in een groots verband.

Waar weerloos de salamander winterslaapt,
deze wereld trekt mij meer
dan de hemel zelf.