Steun voor de mensen in het wit Steun voor de grote familie in een te kleine flat Steun voor de ZZP’er die naar zijn lege handen staart Steun voor de winkelier die voor zijn onverkochte voorraad staat Steun voor de premier met zijn moeilijke verhaal Want we zijn allemaal deel van dat moeilijke verhaal Steun voor de onderwijzer bij de lastige afstandsklas Steun voor de journalist met een invoelend verslag Steun voor de tandarts die boven een mond moet hangen Steun voor de ambulancebroeder die een zieke letterlijk op moet vangen Steun voor de vrijwilliger die met iemand zonder aanspraak spreekt En steun voor iedereen die ik ten onrechte vergeet Steun, steun, steun voor ieder die het nodig heeft Alleen is en behoefte aan een woordje heeft Samen is en verschillende behoeftes heeft Steun ook, als ik het vragen mag, voor onszelf Dat we gewoon gezond mogen blijven of sterk aan de andere kant van Corona verschijnen
Maand: maart 2020
Wankelmoedige tuinman
Het riet is de baas van de waterkant. Aan zijn voeten buigen de varens, kruipen kamperfoelie en bitterzoet. De planten kennen hun plaats in het plan. Ik loop verloren met een zaailing in mijn hand. De grote, allesomvattende orde, wat begrijp ik ervan? Hoe zou ik in staat zijn één plantje te plaatsen zonder het plan te verstoren?
Papavers
De belofte van voorjaar verzandt in zinderende dagen. Merels liggen in verstofte aarde uitgespreid. Voordat je het doorhebt, bloeien de papavers, verkondigen de zenders oorlogstijd. Ik ren rond met gieters water. Alles vlucht de scheuren in, waarna het in diepe grond verdwijnt.
Het Water
De aarde is de thuisplaats van het water. Het water is de rusteloze van de aarde. De wolk is de lichtheid van het water. Het water is de zwaarte van de wolk. De regen is de verdeeldheid van het water. Het water is de eenheid van de regen. De vijver is de bewaarder van het water. Het water is de waarde van de vijver. De sterren zijn de vergezichten van het water. Het water is de spiegel van de sterren. De diepte is de donkerte van het water. Het water is de flonkering van de diepte. Een verscholene is de schepper van het water. Het water is de schuilplaats van de schepper.
Iets
Het liefste ben ik uit de tijd loop ik op klompen draag ik ruwe wol heb ik die vormeloze vilthoed op wat is dat toch met mij? De handelaren in oud ijzer weten precies waarvoor ze komen behoud van energie want niets verdwijnt uit dit heelal en nooit komt er iets bij. Wat er is, dat was er altijd al materie, leven, pijn toch, in het diepste van mijn wezen voel ik er schuilt iets nieuws in mij.
Grond
De grond die mij het plezier verschaft van het simpele graafwerk bergt de diepte waarnaar ik verlang. Wortelstelsels, wormgangen, weefsel van schimmeldraad, gitzwart en glimmer in een groots verband. Waar weerloos de salamander winterslaapt, deze wereld trekt mij meer dan de hemel zelf.