Ben jij er al uit?

Ik schoof het in mijn schoenen
een brief met alles waar ik
op dat moment aan dacht
eerlijke lonen iets met wonen
en dat dan alles goed zou komen

en als ik morgen wakker word
– surprise, surprise!
ontdekken we dat alle schoenen zijn gevuld
maar niet wie elkaars lootje had
dus ruilen kan niet meer
ik kan alleen maar hopen
dat jij blij bent
met wat ik voor jou heb gekozen

en dat we de volgende keer
een beter lijstje maken.

Intocht

Het staat omcirkeld in de agenda
je hebt de ochtend strak gepland
voorbereid hoe laat we van huis gaan
waar we de fiets neerzetten
waar we langs de route staan
en wie welke regenjas nog past

houdt zicht dat te grote
mensen en kinderen
op jacht naar snoep
en selfies
niet voordringen

schat in hoe lang nog
want het is zaterdag
en er moet straks veel meer

tot uit kinderkelen
tussen alle geluiden
van ouders, beatboxen
en duizend-en-een vrijwilligers
die ene melodie klinkt

de woorden zijn veranderd
maar het danst door je lijf
en je voelt ineens
dat het zo spannend is
of hij komt, nee, dát hij komt

omdat je hard genoeg zong
en best braaf bent geweest
en dat vannacht
wanneer je slaapt
je lijstje meegenomen wordt
en het paard je wortel lust

en je voelt ineens
dat het zo spannend is
of hij iets, nee, dát hij iets
in je schoen heeft gedaan

langs de route
zwaait de Sint
en alle mensen
zwaaien
terug als kind.

Jeffrey van Geenen

Intocht in verkiezingstijd

Het is nog maar net november
en de laatste bladeren vallen
van drijfnatte bomen
zodat jij weer kunt kiezen
of je links- of rechtsom
tussen de takken door
de maan wil zien schijnen

ze zijn er maar druk mee
strooien met folders en woorden
vol grootste verwachting –
wie weet wordt het waar

maar deze zaterdag gooien we wonderen
en hopen we, zingen we, geloven we
met de kinderen mee: alles komt goed
want hij komt, hij komt.

Jeffrey van Geenen

Intocht


Zie ginds kwam de stoomboot
en ouders slopen door struiken
om te zien dat het waar was 
wat de kinderen zeiden: 
dat het toch goed was gekomen.

De kade stroomde vol en wij waren laat
maar we pasten er nog bij en
liepen mee door de straten
over feestelijke grachten naar de Markt
waar regenbogen werden gezwaaid en
verbinding en verwondering gestrooid.

Om het hardst zongen we en sprongen we
en ik was zo blij want jij was daar
ook jij paste er nog bij

ook al houd je niet van kazen
ook al woon je hier nog maar net
ook al ben je hier geboren en ging je nooit ver weg
ook al wil je niet in hokjes
draag je jurken bij je baard
en ben je bang dat jij misschien wel nooit zult passen 
ook al hangt jouw vlag ondersteboven
ook al plak je stickers op alle palen die je ziet

ook al begrijp ik je niet – 
want er is zo veel wat ik niet begrijp
en wie weet nog wel wat boven en wat onder is. 

Wij zongen en wij sprongen
en we waren zo blij en zo samen
als spreeuwen een zwerm
en samen zijn we de stad.

Ik geloof dat het waar is:
dit feest en wij met elkaar 
want het is mooi waar ze deze stad om roemen:
wie ervoor kiest om hier te zijn
mag zich altijd Gouwenaar noemen.

Lever je verlanglijstje nog niet in
maar fluister als de maan vanavond 
door de bomen schijnt
zachtjes in je schoen 
wat je het allerliefste wilt.

Dan kijk ik naar dezelfde maan
en verlang ik dat wij samen 
altijd Gouda blijven.


Jeffrey van Geenen (finalegedicht stadsdichtersverkiezing 2022)

Kaaspiet

Liever nog.
Dan een Kaaspiet met een stroopwafel 
die tijdens een kinderfeest
grote-mensenproblemen moet oplossen
door tijdens een schaamteloos debat
Tussen mensen die meer praten dan luisteren
en te weinig gymnastiek in hun hersenen
als compromis-Piet tussen de zwarten
een wit voetje moet halen voor de politiek.

Liever nog dan dat.
Zou ik nog weer even met natte haartjes 
En in een pyjama met teddyberen
een liedje willen zingen voor de schoorsteen
om de volgende morgen een beetje bang
te kijken wat de nacht heeft gebracht 
en dan ontdekkend dat Zwarte Piet 
bij niemand iets heeft achtergelaten
maar wel alle angst heeft meegenomen.

Ruud Broekhuizen