In het hart van het nat
kwam de Motte
Een zandstrook naar niets
Een steen in een kring
van water en steeds meer iets
Een verhoging, maar hoe hoog?
Met opbouw, maar hoe groot?
Wat we weten is vaak
net zo zacht als het veen
om de Motte heen
Wel laat zich dit vermoeden:
men was daar niet alleen
Over water, door het veen
kon men elke dag
nieuwe reizigers begroeten
Ik woon daar nu zelf langsheen
bij een sloot die ooit slotgracht was
bij schaarse aarde zompig te leen:
een Motte met als motto
ben je in ’t veen, moet je hier langsheen
Peter Noordhoek