(zonder titel)

Hier in Gouda
Woonde een kind
Een joods kind
Hij was blij
Blij, maar vooral vrij
Dat was ook normaal
Gewoon, heel normaal
Tot 1939, het rampjaar
Toen werd vrijheid gek
Het werd raar

Daar in Oekraïne
Woont een kind
Een normaal kind
Zij was altijd aan het spelen
Spelen, nooit vervelen

Maar nu kan ze zich niet eens meer vervelen
Daarvoor is ze te bang
Voor wat er gaat gebeuren
Met haar en haar land

En zullen er over 100 jaar
Nog kinderen in oorlog leven
Of is het dan slechts een woord
Gek en raar
En door iedereen vergeten

Maar wat oorlogen hebben gedaan
Door het vernietigen van zoveel levens
Daar zal elk jaar
Bij worden stilgestaan
Zodat we het nooit vergeten.

Timo van Gastel

Lente

Soms heb ik het gevoel
Dat ik ’s winters lig te slapen
En dat ik halverwege april
Eindelijk begin te ontwaken

En tegelijkertijd als ik ontwaak
Komen de planten uit hun winterslaap
De bomen worden groen
En de bloemen krijgen kleuren
Zonder er iets voor te doen
Zie ik de wereld opfleuren

En ook van binnen verandert er iets
Als de zon begint te schijnen
Wil ik niet meer langer
In mijn huis verdwijnen
In plaats van FIFA spelen
En me daarbuiten veel vervelen
Doe ik nu de offlineversie ervan
Voetballen met vrienden tot ik niet meer kan
En het bevalt me prima
Hier kan ik wel gewend aan raken

Want ik denk dat we na die lange donkere maanden
Vol met kou en nattigheid
Wel even toe waren
Aan wat lente vrolijkheid

Timo van Gastel

Tot hier en niet verder

We wandelen tot hier en niet verder.
Hier is het graf. Hier staan de namen.
Hier zingt het koor.
Hier vallen de tranen op de Markt.
We bukken. We buigen. We strompelen.
We dragen de doden met ons mee.


Wij wandelen traag en zwaar en zij aan zij,
in lange rijen diepe stilte.
We zijn motten naar een vlam.
We zijn bijna ondragelijke harten naar een vlag halfstok.
We sjouwen. We slepen. We worstelen.
We dragen de doden met ons mee.

Ik draag mijn deel doden met me mee.
Het leven dat ik heb is mijn getuigenis.
Dat deze doden eer verdienen.
Deze mensen die zeiden “Tot hier en niet verder”.

Deze mensen die zeiden “Tot hier en niet verder”:
Neergeschoten door een bezetter
met een gericht nekschot en verdwaalde kogels.
Vergast en afgevoerd.
Huilend en ver van huis
gevoerd aan de moordmachines.
Geofferd op het hakblok
van fascisme, communisme of kapitalisme.
Mensen die vrede stichtten in vreemde oorden
of rondliepen met verboden woorden.
Gebombardeerd, verhongerd, vastgezet,
Door bermbommen doodgebloed en doodgeslagen
Geblinddoekt voor een vuurpeloton gezet.

Ik draag de doden met mij mee.
Het leven dat ik heb is mijn getuigenis
Ik stel mezelf twee minuten lang de vraag.
Waar ik dit leven voor op zou geven
om gedragen te worden door wie hier nu nog is.

Chris Bellekom

Stadsdichter van Gouda

Voorgedragen tijdens de bijeenkomst voor de Dodenherdenking in de Sint Janskerk te Gouda

4 mei 2025