Van bovenaf ziet de stad er niet anders uit
Nietsvermoedende mensen
komend en gaand wie weet waarheen
de Goudse contouren en grenzen
onmiskenbaar herkenbaar
maar vanbinnen broeit er iets
Het is nog licht. De avond valt voor het eerst weer helder
en zacht
Een enkel wolkje aan de lucht
Een wethouder fietst
eenzaam weg van het Huis van de Stad
Iets grijpt ons dan naar de keel we weten niet wat
Van bovenaf ziet alles er nog hetzelfde uit
Vanbinnen broeit er iets
Het gaat over grenzen
Het gaat over politiek
De teerling wordt geworpen
De nacht valt radeloos over onze stad