De staat van de Kunst

De wereld staat in lichterlaaie
Genocide Hongersnood Bommen en granaten.
Landsgrenzen zijn optioneel, staan ter discussie
En wij nemen nog een bitterbal een biertje
Schuilen onder een verwarmd terras een kwartiertje
tot de bui over is.

De rebellen doden kerken vol kinderen
De overheidsgetrouwen steken moskees in de brand
Gevoelloze machines trekken ten strijde
En onze expositie staat groot in de krant
Die deze week vanwege de vakantie niet bezorgd is.
Ellende.

We bouwen onze eigen staat
een klein landje vol schoonheid en ongemak
Een handjevol hoop hoe het eigenlijk zou moeten zijn
Warm en droog en bekeken door een ander oog.

We dansen op deze salon langs en met elkaar
We bouwen, kwasten, kleien schaven
We spreken onze eigen taal en tonen onze eigen discipline
We blazen glas en breken botten
En we kijken samen wat er nog te redden valt

In de staat van de Kunst ben je veilig
Kun je vluchten, schuilen, rusten
We proberen te inspireren.
Hier is alles dynamisch en gevarieerd.
Tactiel en ongecensureerd
Zorgvuldig gecomponeerd.

De wereld staat in lichterlaaie
Genocide Hongersnood Bommen en granaten.
Landsgrenzen zijn optioneel, staan ter discussie
En wij nemen nog een bitterbal een biertje
Schuilen onder een verwarmd terras een kwartiertje
tot de bui over is.

Misschien kunnen we de wereld blussen
We bouwen onze eigen staat van Kunst
en veroveren straat voor straat
Tot de hele wereld
Niet meer ten onder gaat.

Chris Bellekom
bij de opening van een expositie van de firma van Drie op 1 augustus

Waar Inez loopt.

Waar Inez loopt, daar loopt ik ook.
We delen dezelfde stappen.
Op dezelfde tektonische plaat.
Op hetzelfde veen.
We zien dezelfde koppen.
We gebruiken dezelfde woorden.
Soms zelfs in dezelfde volgorde.
Alleen klopt mijn meter niet.

Leven is een spel.
Een theater.
Leven heeft niets om het lijf
Leven doe je per meter.
Leven is een dans vol beweging.
Haast je niet op de dansvloer.
Hou elkaar vast.
Omarm, omhels, beweeg.
Kus en zweet.
Hier en nu.
‘Memento hoc Momento’

Liefde zit ook in het geluk van andere mensen zal ze zeggen
en
Haast je niet om naar me toe te komen.
We hebben allemaal hetzelfde doel en
we hebben allemaal een andere reis.
En iedere reis begint met een metergrote pas.

“Hoe zou het zijn als men plotseling verdwijnt,
zou er een lege plek zijn op de aarde, een lege plek in een hart?
Het antwoord is ja.

Ze speelt nu tikkertje tussen het zonlicht en de bladeren.
Ze leerde me dat je door te zwijgen “misschien nog wel veel meer kunt zeggen.
Ze is het flinterdunne laagje stof.
Ze woont hier in de stad. Ze is de stad.
Ze dwaalt langs de katten in de raamkozijnen.
Ze zit in hofjes en hangt op muren.
Ze schildert de regen op het gras.
En hier wandelt ze krom tussen de zerken en streelt liefdevol de stenen.
Wrijft wat leven in haar oude benen.

“Of is het zo dat men verdwijnend ergens de juiste plaats vult op de aarde,
de juiste plaats vindt in een hart?”
Het antwoord is ja.

Waar Inez loopt, daar loopt ik ook.
We delen dezelfde stappen.
Op dezelfde tektonische plaat.
Hetzelfde veen.

Ze woont in het huis waar ik naar toe beweeg.
Iedere honderd jaar precies één meter.

Chris Bellekom
Stadsdichter van Gouda
Voordracht tijdens de opening van het Inez Meterjaar
13-04-2025 – Oude Begraafplaats

Op Dorp

Als bijna iedereen het dorp heeft verlaten;
de bakker, de slager en de kruidenier,
dan woon je in een trui vol gaten.
Op dorp geen supermarkt, geen groenteboer en geen poelier.

Het zoethout van een cent werd snoep.
De tijd verandert, dat zijn zo van die dingen.
De iPad vervangt het hinkelen op de stoep,
maar op dorp is het tijd voor nieuwe herinneringen.

Sla de handen in elkaar en maak je kwaad.
Roep de hulp in van de buren, gemeente en Vergeer.
Zeg op dorp: ‘Het is genoeg geweest. We komen in verweer!’
En een strijdkreet klonk van straat tot straat.

Het verleden is geen plek om te blijven hangen.
Schroef de planken. Haal het spinrag van de ramen!
Kracht en overtuiging, geloof, hoop en liefde zijn onze namen.
Wij zijn ‘Op Dorp’ en dorpers doen het samen!

Chris Bellekom
13 juni 2025
Reeuwijk-Dorp, bij de opening van de Dorpswinkel

De Groenendaal

Stap eens af en sta eens stil
Er is een straat in de stad
Waar de deuren open staan
Al is het in de winter
spreekwoordelijk

Stap eens af en sta eens stil
Voor de met zorg verzorgde etalages
Pas je tred aan
en doe je handen in je zakken
Eerlijkheid is samenhang
Samen werken

Een straat in de stad
Als een lange gang
waar de lachende middenstand snapt
dat de wereld draait om mensen

Waar winst geen vies woord is
maar staat voor een broodje Parmaham
en niet voor een jacht voor de kust

Er is een straat in de stad
waar de rust van vroeger
je nog toelacht

Waar de spullen duurzaam zijn
Het eten oorspronkelijk
de lonen eerlijk zijn
De handel openhartig is
De oorsprong doorzichtig is

Stap eens af en sta eens stil
Kom op verhaal
in de Groenendaal

Chris Bellekom
ter gelegenheid van het Lentefeest van de Lange en Korte Groenendaal op 23 mei 2025

Tot hier en niet verder

We wandelen tot hier en niet verder.
Hier is het graf. Hier staan de namen.
Hier zingt het koor.
Hier vallen de tranen op de Markt.
We bukken. We buigen. We strompelen.
We dragen de doden met ons mee.


Wij wandelen traag en zwaar en zij aan zij,
in lange rijen diepe stilte.
We zijn motten naar een vlam.
We zijn bijna ondragelijke harten naar een vlag halfstok.
We sjouwen. We slepen. We worstelen.
We dragen de doden met ons mee.

Ik draag mijn deel doden met me mee.
Het leven dat ik heb is mijn getuigenis.
Dat deze doden eer verdienen.
Deze mensen die zeiden “Tot hier en niet verder”.

Deze mensen die zeiden “Tot hier en niet verder”:
Neergeschoten door een bezetter
met een gericht nekschot en verdwaalde kogels.
Vergast en afgevoerd.
Huilend en ver van huis
gevoerd aan de moordmachines.
Geofferd op het hakblok
van fascisme, communisme of kapitalisme.
Mensen die vrede stichtten in vreemde oorden
of rondliepen met verboden woorden.
Gebombardeerd, verhongerd, vastgezet,
Door bermbommen doodgebloed en doodgeslagen
Geblinddoekt voor een vuurpeloton gezet.

Ik draag de doden met mij mee.
Het leven dat ik heb is mijn getuigenis
Ik stel mezelf twee minuten lang de vraag.
Waar ik dit leven voor op zou geven
om gedragen te worden door wie hier nu nog is.

Chris Bellekom

Stadsdichter van Gouda

Voorgedragen tijdens de bijeenkomst voor de Dodenherdenking in de Sint Janskerk te Gouda

4 mei 2025

Gezichten van Gouda.

Ik hou van mensen. Maar niet altijd.
Ik hou van Gouda. Maar niet altijd.
Ik hou van jou.

Ik hou van mensen die ook een hekel hebben
aan het woord diversiteit om te benadrukken
dat andere mensen ook mensen horen te zijn.

Lees in ieder gezicht een verhaal
De rimpels rond je mond zijn een roman.
En in iedere stem hoor je een gedicht.
Je ogen zingen een nog onbekend lied.
Er zijn liedjes van ver weg en liedjes van dichtbij.
In accenten die ik niet thuis kan brengen
Die hier desalniettemin thuis zijn.

We weven in en rond elkaar op straat
draaien misschien wel dezelfde cirkels.
Maar ik zag je pas voor het eerst
online op een foto in een krant.
Die vertelde me de andere kant.

Ik wist namelijk nog niet dat jij er ook was.
Het spijt me als ik boos tegen je deed
toen we tegen elkaar aan botsten in de Hema.
Je kende mijn verhaal niet.
Het was een slechte dag.
En je deed zo aardig ondanks mijn norsheid.
Je had een goede dag.

Ik hou van mensen. Maar niet altijd.
Ik hou van Gouda. Maar niet altijd.
Ik hou van jou.

Ik hou van mensen die met andere mensen praten.
Mensen die weten dat de we allemaal maar één taal begrijpen
Die taal is liefde. Kijk in mijn ogen.
Hier mag je even staren, gluren, ongegeneerd kijken.
Staar maar naar mijn foto.
Ik hou van jou.

Chris Bellekom
Stadsdichter van Gouda
Voorgedragen tijdens de opening van de expositie Gezichten van Gouda.
03-05-2025 – Jeruzalemkapel

Wij zijn een tuin

Het land is bos en duin en weide.
De wereldstad is een tuin en de mensen zijn gezaaid
in lange strakke wuivende rijen.
Er zijn tafels voor het verpotten.
Lof aan de zaaier. Dit is vruchtbaar land.
De mensen verstrengeld in hun waarde
onder de aarde hun wereld en ze delen elkaar

Tussen de tafels door zweven valse wespen,
fladderen nachtvlinders en klauwen kippen de wormen uit het gras.
Het was een lange winter. De zon ging vroeg onder.
Maar hier is dan het licht waar het maanden niet was.

De eerste bladeren ontploffen aan de takken
En het licht van de wereld valt weer over de aarde,
niet langer woest maar vol weerloze waarde.
Het is niet lang meer van avondrood tot morgenstond.
We leven allemaal op dezelfde grond.

Vandaag wordt er liefde uitgedeeld.
Bakken, handenvol, massa’s, bergen,
oneindige onvoorwaardelijke liefde.
Het licht van de wereld is weer terug gekeerd in het leven
en alles is vergeven.

Niet langer aan het kruis. Niet langer ledig.
En de rokken wapperen weer, de slippers slippen,
Op het terras van de wereldstad: T-shirts, thee en de dagen vredig.
Dus vul de manden met brood en vul de glazen met wijn.
Laat er altijd voorjaarsregen zijn!

Die mens die naast je zit.
Die mens tegenover je heeft gisteren nog gehuild.
Wandelt misschien al dagen met stil verdriet.
Hoopt dat je het niet ziet
en zit nu hier en lacht je aan.
Voel zijn hart en vraag haar naam

Wat er in ons allen van binnen zit:
Onzekerheid en bloed. Zenuwen en pit.
Adem en spieren. Liefde en botten.
Dood gaan is niet rotten.
Het is voor eeuwig leven.
Onder de grond zijn we allemaal gelijk.
En alles is vergeven.

Chris Bellekom
Stadsdichter van Gouda
21 april 2025 tijdens het Paasontbijt op de markt.

Interbellum

De ironie is dat ik wel kan schaken, maar niet echt goed
Het is meer iets om me te vermaken, dan iets wat dringend moet
Ik speel constant door me achter koningin en torens te verschansen
en besef me: De wereld hangt aan elkaar van precaire balansen

Laten we vrede nastreven.
De boten in de haven laten
De vliegtuigen aan de grond
De kisten in de kast

De hebzucht en de paniek slaan toe bij alleenheersers.
Als het te goed gaat met de mensen raak je de macht kwijt
Er zijn te veel wapens en te veel soldaten in vredestijd
En dat zijn er luttele dagen later veel en veel te weinig.

Laten we vrede nastreven
De machines goed geolied
De logistiek geregeld
De wapens in de wapenkast

Ik heb mijn buik vol van ontplofte gasleidingen, vermiste kernwapens
vage beelden van drones en tanks die ontploffen.
Oorlog is geen jongensboek! Er zit geen glorie in de dood
Mijn kleine jongen is bijna achttien en nog lang niet groot

Laten we vrede nastreven.
De boten in de haven laten
De vliegtuigen aan de grond
De kisten in de kast

Laten we vrede nastreven
De machines goed geolied
De logistiek geregeld
De wapens in de wapenkast
Al het materieel in orde

Spreek zacht en draag een grote stok
Bal een ijzeren vuist in een fluwelen handschoen
Als je vrede nastreeft bereid je dan voor op oorlog
Laten we vrede nastreven.


Voor Dhr. Luitenant-generaal Ludy Schmidt, plv. Commandant der Strijdkrachten

Chris Bellekom
Stadsdichter van Gouda
uitgesproken tijdens de François Vranckenlezing
10 april 2025

Burgermeester

Gezocht BM m/v – februari 2019

Een passie voor kaas en kaarsen.
Die in ’t berbers vloeken kan.
Zo’n dame met waarlijke pit.
Die die ketting maar opsmuk vindt.
En de stad draagt als een ouwe jas.
Die recht op haar zadel zit.
Die Vroman citeren kan,
En Noorse kerstbomen kapt.
In bezit van zijn eigen gebit.
Een meesteres in raadsleden mennen.
Met een scherpe schaar voor lintjes.
Nog immer kwiek en fit.
Die oor heeft voor de stemmen op straat.
Die oog heeft voor goed en kwaad.
Dus ik zeg je dit:
Een glimlach en een vriendelijk woord.
Met een hart voor poëzie en kunst.
Zo’n burgemeester wordt een hit.
Een goed gevoel voor humor.
Een vrouw van stavast.
Of zo’n jongen van de Wit.

Gevonden BM m/v – april 2025

(Vandaag ben ik een handelaar in superlatieven
Ik kan niet veel anders dan handelen in clichés
Vandaag strooi ik even met observaties en complimenten
Zelden hebben een kleine stad en een burgemeester
Zo goed bij elkaar gepast als Gouda en Pieter Verhoeve)

Hij heeft…
Een passie voor kaas en kaarsen.
Die zelfs in ’t berbers vloeken achterwege laat.
Zo één met waarlijke pit.
Die die ketting maar opsmuk vindt.
En de stad draagt als een ouwe jas.
Die recht op zijn zadel zit en afstapt voor een pintje
Die Vroman citeren kan,
En Noorse kerstbomen kapt.
Jong nog. Vitaal. In bezit van zijn eigen gebit.
Een meester in raadsleden mennen.
Met een scherpe schaar voor lintjes.
Die handen geeft en schouders slaat.
Die oor heeft voor de stemmen op straat.
Die oog heeft voor goed en kwaad.
Dus ik zeg je dit:
Een glimlach en een vriendelijk woord.
Met een hart voor poëzie en kunst.
Zo’n burgemeester is een hit.
Een goed gevoel voor humor.
Een man van stavast.
En zo’n jongen van de Wit!

5 april 2025
Chris Bellekom
Stadsdichter Gouda
Voorgedragen voor de radio tijdens de Burgemeestersspecial voor Pieter Verhoeve

De Kaasmarkt

Een paar luttele minuten danst en klingel-klangelt het carillon van de Sint-Jan. Nog een maand tot de Meideun. En ik ben content. Met een prachtig plat accent hoor ik dat mijn hele leven. Het is zover. De zomer is begonnen.

Er wordt gehandeld en geschimpt, een poot uitgedraaid en afgedongen. Het teken is gegeven. De bel is geluid. Het startschot heeft geklonken. Buiten staan ze met vlakke handen op andere vlakke handen te klappen. Onder het waakzaam oog van de Waag, de waagmeesters en de Ere-Waagmeesters wagen de toeristen zich schoorvoetend tussen de kazen.

Mijn glimlach kan niet breder. Mijn trots kan niet groter. Ik heb in de klas gezeten met meisjes die glimlachend in fotoboeken staan van Peru tot Canada en van Egypte tot Japan. Meiden die klompen konden dragen alsof het hoge hakken waren, rokken wapperend in het vroege ochtendlicht dat van de vers geboende keien van de markt afspringt. Ik heb in de klas gezeten met jongens die in rode boerenkiel van karren af met ronde wielen wierpen. Jongens die riepen en knipoogden naar de dochters van bezoekende Italianen. Dochters die later terug kwamen. Die door de liefde voor de kaaskop het vaak barre weer op de koop toe namen.

Ik heb op de hoeken van de stad gewoond waar de paarden voor de karren onmenselijk vroeg mij voorbijreden. Waar ze vanaf de bokken ‘Mogge’ wensten. Ik heb jarenlang de donderdag vrij genomen. De donderdag is in mijn ogen de enige dag in de week die staat voor alles wat Gouds is. De marktkooplui in de ochtend. De kaasmarkt. De terrassen, de dichters, koffie met mijn ouders en zelfs het gekrakeel over het parkeren en de koopavonden. Goudscher dan dit wordt het echt niet.

“Goedemorgen dames en heren een hartelijk welkom in Gouda”,
“Goodmorning ladies and gentlemen, welcome to Gouda”,
“Bonjour mesdames et messieurs bienvenue a Gouda”,
“Schöne Gute Morgen meine Damen und Herren Herzlich Willkommen in Gouda”.

Een paar luttele minuten later danst en zingt het carillon van de Sint-Jan. En ik ben content. Met een prachtig plat accent hoor ik dat mijn hele leven. Het is zover. De zomer is begonnen in Gouda.


Voorgedragen:
Chris Bellekom
Stadsdichter van Gouda
Tijdens de opening van de kaasmarkt op 3 april 2025