We wandelen tot hier en niet verder.
Hier is het graf. Hier staan de namen.
Hier zingt het koor.
Hier vallen de tranen op de Markt.
We bukken. We buigen. We strompelen.
We dragen de doden met ons mee.
Wij wandelen traag en zwaar en zij aan zij,
in lange rijen diepe stilte.
We zijn motten naar een vlam.
We zijn bijna ondragelijke harten naar een vlag halfstok.
We sjouwen. We slepen. We worstelen.
We dragen de doden met ons mee.
Ik draag mijn deel doden met me mee.
Het leven dat ik heb is mijn getuigenis.
Dat deze doden eer verdienen.
Deze mensen die zeiden “Tot hier en niet verder”.
Deze mensen die zeiden “Tot hier en niet verder”:
Neergeschoten door een bezetter
met een gericht nekschot en verdwaalde kogels.
Vergast en afgevoerd.
Huilend en ver van huis
gevoerd aan de moordmachines.
Geofferd op het hakblok
van fascisme, communisme of kapitalisme.
Mensen die vrede stichtten in vreemde oorden
of rondliepen met verboden woorden.
Gebombardeerd, verhongerd, vastgezet,
Door bermbommen doodgebloed en doodgeslagen
Geblinddoekt voor een vuurpeloton gezet.
Ik draag de doden met mij mee.
Het leven dat ik heb is mijn getuigenis
Ik stel mezelf twee minuten lang de vraag.
Waar ik dit leven voor op zou geven
om gedragen te worden door wie hier nu nog is.
–
Chris Bellekom
Stadsdichter van Gouda
Voorgedragen tijdens de bijeenkomst voor de Dodenherdenking in de Sint Janskerk te Gouda
4 mei 2025