Stel

dat de stad een huiskamer is 
de deur staat altijd open 
gasten blijven hangen
in gesprek met een ander 
omdat ze ‘en passant’ 
een metgezel herkennen 
in een voorbijganger

in zo’n plaats wordt gejaag 
vervangen door aanwezig zijn

geef Gouda een bank om op neer
te ploffen en we vullen de ruimte
met ontmoeten en vinden

en in elke groet bouwen we 
een thuis

Klara Smeets