dat de stad een huiskamer is de deur staat altijd open gasten blijven hangen in gesprek met een ander omdat ze ‘en passant’ een metgezel herkennen in een voorbijganger in zo’n plaats wordt gejaag vervangen door aanwezig zijn geef Gouda een bank om op neer te ploffen en we vullen de ruimte met ontmoeten en vinden en in elke groet bouwen we een thuis Klara Smeets