Zonen en dochters
die hun helmen pakken
en hun plunje laten zakken
op het slagveld.
Ze ruiken naar moeder.
Jongens en meisjes
zijn het nog, niet meer.
Puberpuistjes op patrouille.
Strijdend zonder twijfel,
een foto van moeder op zak.
Hij belt op vrijdag.
Hij mist zijn vrienden van voetbal,
en dat hij snel zijn veldbed in moet gaan
Moeder zegt nog:
doe je wel een pyjama aan.
Met de hoorn in haar hand
komen de herinneringen.
Talkpoeder op de commode.
Kleutersnurkjes in bed.
De stank van tienerdeodorant.
Nu maakt hij meters met mortieren en meer.
Vecht voor vrijheid, democratie, islam.
Hij jaagt dromen achterna
met de nachtmerries van zijn moeder.
Wanneer zijn je kinderen groot?
Tot ze het leven opzoeken?
Of de dood?
Ruud Broekhuizen