We hebben allemaal onze jonge oude ik nog in ons hoofd De jongen, het meisje, dat staarde, verlangde hoopte, wanhoopte En achter onze ogen nu nog onze wereld deelt Wat zichtbaar ouder wordt is nog altijd jong van binnen Van buiten getekend, grijs gerimpeld, de wereld gewend Kijkt nog altijd die jongen dat meisje mee Kijkt mee naar buiten Dat kind is nu een vriend van ons Een oude vriend die nooit verrast is door wat wij vinden Maar nog altijd jong genoeg om met verbazing mee te kijken met wat onze ik van nu elke dag daar in die wereld ziet

Ik spreek hier voor ons allemaal en weet niet of dat terecht is. Zo niet, goed of slecht, dan mist u iets.