zwermen zonnehoeden, rugzakken buidels en omgeknoopte regenjassen vullen het marktplein in een geheimzinnige cadans klitten samen het doek gaat weer omhoog en een oud gebouw is toneel voor de zomer speelt Nederland in honderd talen met ingehouden adem wordt er gewacht op de poppenkast van een graaf die stadsrechten schenkt de wijzer schuift naar het hele uur en in een oogwenk staat er een paleis Klara Smeets
stadhuisklok
Het Goudse klokkenspel
(Liedje op de melodie van het klokkenspel.) Meer dan zevenhonderd jaren zitten wij verstopt in ’t stadhuis. Kijk, de poort staat opengeschoven, Gouda wordt weer stad, met rechten incluis. Naar ons kijken armen, rijken, burger, koopman en toerist. Jonge paren, Gouwenaren, samen met een engel die ons mist. Floris gaf zojuist de rechten aan de stad met Cats aan het hoofd. Samen schuiven zij naar binnen, maar ze keren terug, dat is beloofd. Ja, ze keren terug, dat is beloofd. Frouwkje Zwanenburg