Dag buurvrouw …

Onze buurvrouw gaat verhuizen
ze woonde hier al vijftig jaar
en ik ik woon hier nog maar net
een jaar of drie misschien en nee
het is niet dat ik haar zo vaak sprak
het is niet dat ik bij haar zo vaak kwam
het is haar zien lopen
iedere dag
door onze straat
het is de warmte
in haar stem
als ze vraagt hoe het gaat

het gaat goed buurvrouw
maar jij gaat er vandoor
en wij
de rest van de straat

het gaat goed buurvrouw
maar wij blijven en missen je straks
in de dag-in dag-uit
dingen die je doet
waarmee wij zo zijn vertrouwd
in de wijk in de dag
ach

onze buurvrouw gaat verhuizen
ik heb haar sleutel klaargelegd
voor de dag dat ze zegt dat de kat
geen eten meer hoeft
omdat ze nu echt overgaan

en ik veins blij te zijn voor haar
maar onze buurvrouw gaat verhuizen
en lacht, wuift nog eens naar de straat
zegt: de kopers zijn leuke mensen
ze passen hier echt
en zij kan het weten
maar ik nog niet

en de straat
zal haar missen.

Jeffrey van Geenen

Zullen wij een wijk opschuiven?

In iedere buurt staat een partytent
met vers gezette thermosflessen
thee van Miriam koffie van Rachid
de buren die je dagelijks ziet op straat
zwaaien naar de buren die vaker binnen blijven
ze zwaaien vanachter hun ramen terug

mag ik vandaag een andere buurt
ik ben de mijne nog lang niet zat
maar de jouwe heb ik
nog niet gehad nog niet gekend
ik weet niet waar jij bent als je thuiskomt
wie naast je woont
wat jullie daar samen doen

al woon ik een kilometer bij jou vandaan
al lijken we in bijna niets in
wat we denken wat we vinden
wat we eten hoe we heten
toch horen we bij elkaar
wij zijn Gouwenaars
en daarin zijn wij gelijk
al woon ik in een andere wijk dan jij
we steken onze hand op
knikken naar elkaar
jij
bent mijn buur.

Reflectie:

ik keek terug en het was best oké maar
in het afgelopen jaar kreeg ik niet alles voor mekaar
wat ik van tevoren had gehoopt of had bedacht

misschien was ik te veel verwend
had ik mijn zaken fout gepland
geen rekening gehouden met allerlei factoren
die verstoren of juist helpen maar
hoe kon ik weten dat ik roet in mijn eten zou gooien

ik heb jou nodig

ik onderneem niets
zonder zeker te zijn dat er niks echt zeker is
en toch stap ik naar voren
omdat ik wil horen dat het goed komt

bij alles wat ik wil opbouwen
begin ik niks zonder vertrouwen
in een nieuwe kans
en begin ik niks zonder jou

ik heb jou nodig
ik heb jou nodig want alleen kom ik minder ver

ik heb jou nodig
jouw schouder, je ogen, je gedachten, je blik
je hand om vast te pakken
en niet meer los te laten

ik weet niet wat de toekomst brengt
ik kan er naar raden, gissen
de data van gisteren gebruiken
om te voorspellen te verwachten wat er op me af kan komen
maar wie dan ook vorige week het nieuws bedacht:
niemand wist de headlines van vandaag

en ik wil vooruit kijken maar soms
maak ik me toch zorgen
wat er morgen kan gebeuren

dus hé, jij
jij, jij en jij

ik heb jou nodig
ik heb jou nodig want alleen komen we minder ver dan samen

hier is mijn hand en ik verzeker je:
24 wordt het jaar
dat wij samen veel verder kwamen.

Jeffrey van Geenen
ter gelegenheid van de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Gouda

Verwondering

Stadstovenaars zijn het
Ronald en Marien
ze hebben hun stok
doorgegeven
na zevenhonderdvijftig
feesten is de stad
mooier dan ooit

en dat is een wonder
van boven de zevende verdieping

welkom in verbazingwekkend Gouda
een stad waar kaarsen en wafels
en kramen vol kaas
drie dagen plaats maken
voor theater op straat
gezang door de stad
en vuurwerk uit de schouwburg

magisch mooi geregisseerd
en voortaan ieder jaar

we hebben in onze stad elkaar
de verwondering doorgegeven.



Jeffrey van Geenen

Ik las over een nieuw jaarlijks festival in de stad – dat Gouda blijft na al het moois van Gouda 750 door blijft zinderen. Een gedicht voor stadstovenaars Ronald van Rossum en Marien Brand en voor iedereen die genoot van Gouda 750 – en straks van De Verwondering geeft Gouda door

Intocht


Zie ginds kwam de stoomboot
en ouders slopen door struiken
om te zien dat het waar was 
wat de kinderen zeiden: 
dat het toch goed was gekomen.

De kade stroomde vol en wij waren laat
maar we pasten er nog bij en
liepen mee door de straten
over feestelijke grachten naar de Markt
waar regenbogen werden gezwaaid en
verbinding en verwondering gestrooid.

Om het hardst zongen we en sprongen we
en ik was zo blij want jij was daar
ook jij paste er nog bij

ook al houd je niet van kazen
ook al woon je hier nog maar net
ook al ben je hier geboren en ging je nooit ver weg
ook al wil je niet in hokjes
draag je jurken bij je baard
en ben je bang dat jij misschien wel nooit zult passen 
ook al hangt jouw vlag ondersteboven
ook al plak je stickers op alle palen die je ziet

ook al begrijp ik je niet – 
want er is zo veel wat ik niet begrijp
en wie weet nog wel wat boven en wat onder is. 

Wij zongen en wij sprongen
en we waren zo blij en zo samen
als spreeuwen een zwerm
en samen zijn we de stad.

Ik geloof dat het waar is:
dit feest en wij met elkaar 
want het is mooi waar ze deze stad om roemen:
wie ervoor kiest om hier te zijn
mag zich altijd Gouwenaar noemen.

Lever je verlanglijstje nog niet in
maar fluister als de maan vanavond 
door de bomen schijnt
zachtjes in je schoen 
wat je het allerliefste wilt.

Dan kijk ik naar dezelfde maan
en verlang ik dat wij samen 
altijd Gouda blijven.


Jeffrey van Geenen (finalegedicht stadsdichtersverkiezing 2022)

Coornhert

Coornhert (1)

Wie brengt de woorden waardoor wij
in de tijd veranderen? Wie heeft
de verheffing en het lef om voor
vrijheid van geweten het eigen geweten
te laten spreken? Wie schetst, schrijft, leest,
drukt en verspreidt de woorden
waar we die waarheid in vermoeden? Wie
spreekt, preekt het goede, wreekt het domme
dat geen tegenspraak duldt? Wie is deze
gemankeerde held, ruziezoeker, waarheidsvinder,
tegenstandverslinder? Perfect tot op zijn
vingerkootje na? Wie anders dan de
Coornhert die van vrijheid van
consciëntie spreekt.

Geboren in Amsterdam, gestorven in Gouda
En daar tussenin zoveel gedaan
waar we nu nog steeds versteld van staan
Want hij kon doen wat zijn handen vonden
Bedenken wat zijn verstand vermocht
Printen wat maar letters vond
En ondertussen het gezag laten voelen
dat zoiets als de macht van het woord
ook voor burgervolk als hij en wij bestond

Hij argumenteerde, tierde en
bepleitte op eigen gezag
het leerstuk van de tolerantie
Hield afstand tot de doleantie en zei
dat het tot ieders geloof behoort
dat je het woord van God
in gretige mildheid verslindt
en niet tot de brandstapel brengt

Dat was Coornhert
de man met een drang
die zijn trotse tragiek werd
en ons tot een beter begrip
van vrijheid brengen kan

Peter Noordhoek

Coornhert (2)

Zijn leven valt wel
of juist niet met woorden
te raken
En hij is er niet meer
om dat in al zijn veelheid
te ervaren
Dus distilleren we uit die mens
wie we willen dat hij was
En wat hij nu nog voor ons is:
Een predikant van tolerantie
van vrijheid van consciëntie
Dus teruggebracht tot de essentie:

Verketteren mag
Ketters maken niet
Wel de gave Gods
Niet de dwang tot God
Wel de vermaning
Niet de preek
Wel de straf
Niet levenslang
Wel de hoop
Niet de angst

En in al die uitspraken
In die woorden van waarde
Kan je terug naar de bron
van wie het heeft gezegd
Een man die thuiskwam in Gouda:
Coornhert

Peter Noordhoek

Coornhert (3)

Geschiedenis schuift altijd schaduwen over ons weten
zeker zolang elke keuze een keerkant kent
en elke binding een vorm van schuring geeft
Maar laat nu een man als Coornhert
onze held maar zijn, want hij wilde
want we allen nu wel willen zijn:
vrij zijn van onredelijke wetten
gebonden aan ons geweten

Peter Noordhoek

Vroman

Dit is Vroman
Vroman’s hoofd
Kleine man, groot hoofd
Vroman schrijft, schrijft snel
Je stelt je vraag
Hij schrijft wat woorden
Mooie woorden
Veel mooier dan je vraag

Vroman, Vroman,
Wat maak je man?
Het is zo schoon
Zo waar
Vroman, Vroman,
Wat maakte je man?

Woorden voor Tineke
Tineke, zijn liefde
door oorlog, kamp
ontbering en afstand
Een liefdesleven lang

Woorden voor het weten
Een kennisleven lang
Over ons bloed, ons lichaam
Wist er alles van
Schiep een systeem
Bracht alles bijeen

Woorden voor het dichten
Wat voor hem hetzelfde was
als naaktlopen met je hersens
Hij was een woordnudist
Elk woord precies wat het is

Woorden voor Gouda
Ode, dijk
Woorden om te lezen
Een leven lang

Woorden voor Gouda

Peter Noordhoek

Gouden Gouda

Zullen we het gouden
van Gouda houden?
Na 750 jaar van liefde, leed
en soms gevaar
Gaan we 750 kaarsjes
naar ’t verleden blazen
Voor de arme rakkers
De rijke kakkers
En alle andere gabbers
die het geluk hadden hier
geboren te worden
of hier een thuis vonden

Voor allen die vanwege
liefde, leed of gevaar
Hier kwamen en
hier burgers werden
Diezelfde burgers die
van pest tot pandemie soms
moe, boos en opstandig waren
maar er ondertussen
750 jaren trots op waren
dat dit hun stad was
Dit hun Gouda

Dus proost op deze stad
en haar stadsrechten!
Proost op deze stad
En haar kaars- en
kermislichten!
Laten we op deze slotdag
vooral van het gouden
van Gouda houden
En elkaar nog jaar en dag
een stukje nabijer houden

Dus geef Gouda door …

Geef Gouda door …

Daar doen we het voor …

Peter Noordhoek

Oosthaven 14

Dit huis gaat door!
Zo smal als het is
Zo lang als het is
Zo recht als de sleuf
er onder is van
rinket tot riool
Kronkelt het huis ook nog
Eens als een slang om zijn as
Gooit zijn hele en halve
daken omhoog
Jaagt houten trappen
bijna loodrecht er achteraan
En gooit na vele stappen
er nog een uitbouw achteraan

En wie dan eindelijk bij het
verre geprofileerde kruiskozijn
en de oude bakkersoven staat
Ziet dat het nog groen
en glorieus verder gaat
Want pas bij de Motte
mot het stoppe

Mooi dat hier in Gouda
huizen als deze zijn
die schijnbaar klein
hun lange lengte
door Gouda leggen

Peter Noordhoek