Stadsberichten

De woorden drijven stil door ’t verlaat
omgekeerd, gespiegeld
in een vreemdsoortig schrift

Een hond, staand op een boeg,
blaft staccato zijn vaarwel
tot hoog over de sluis
naar verderop
waar juist
de dichter gaat

en zwijgt dan in het Mallegat
De enorme sluisdeuren heffen zich
om beurten
In het kielzog
buitelen de woorden
plotseling uitzinnig mee
in de watermacht

en stromen langzaam verder
door de rivieren navelstreng
Ze komen pas bij zinnen
in het zicht van de zee
waar ontheemd
de dichter wacht