In het Houtmansplantsoen

Ik wil niet denken aan de broeders Houtman,
Of aan Oost Indie, en wat daarvan kwam.
Ik wil noten voelen in de regen,
Die het daverende groen bewegen.

Ik wil niet vrezen dat ik niet meer op sta,
Of hoe mijn hart stopt en de facto doodga.
Ik wil een vijver, en daar urenlang:
Een dansorkest met zwanenzang.

Ik wil hier zingen tot mijn laatste dagen.
Ik wil hier dansen tot aan mijn pensioen.
Ik wil bomen door muziek zien groeien
in het Houtmansplantsoen.

Ik wil niet schrijven aan een president,
Of een lofzang op een burgemeester.
Ik wil kijken naar een dirigent.
Ik wil horen tussen boom en heester.

Ik wil geen pretpark, bungjeejump of circus.
Ik wil een rondedans hier bij de tent
En op een klapstoel, naast een hibiscus,
Wil ik overvloed van elke band.

Ik wil hier zingen tot mijn laatste dagen,
Ik wil hier dansen tot aan mijn pensioen.
Ik wil bomen door muziek zien groeien,
In het Houtmansplantsoen.

Ze mogen banen, bonus, auto’s stelen.
Stuur de deurwaarder naar me toe.
Ondertussen klinken duizend kelen,
dan ren ik hierheen, weet niet sneller hoe.

En in de uren van mijn laatste dagen,
Dans ik, dement en naakt, rond in het groen.
Dan ga ik bomen tot de hemel jagen,
van het Houtmansplantsoen.

Joost Reichenbach

Goverwelle

Wie kan mij over Goverwelle vertellen?
Wie was Goejan en hoe werd hij Gover?
Wat waren wellen en hebben we er
daar nog steeds mee te stellen?

Ach, het is slechts historie
Echo’s van vroeger glorie
Relevanter is de vraag:
Wat is Goverwelle vandaag?
Hoe laat het zich kennen?
Een mooie wijk, maar moet je
er niet heel erg wennen?

Goverwelle is een Goudse wijk
waarin nog alles is wat het lijkt:
in zes wijken gebundeld huizenstraten
geringd door dijk, rails en groen
dicht op elkaar gebouwd
meest voor jonge stellen
met voor kinderen altijd iets te doen

Ooit deel van het plaatsje Stein
waar ooit Erasmus ter klooster ging
Ooit bijna de plek waar volgens plan
menig gevangene de bajes in ging
Nu de plaats waar mensen hun
gewone goede dingen doen:
wonen, werken, even groeten
in ’t winkelcentrum boodschappen
doen en voor de ontspanning
fietsen en wandelen in ’t Steinse Groen

Peter Noordhoek

Mannen mogen Melden

Kleding bedekt veel
De pijnlijke arm
onder de lange mouw
De beurse plek
onder de losse rok
Bewegen blijft lastig

Kleding bedekt veel
Make-up minder
Poeders doen wel wat
Lippenstift niets
Wimpers laten los
De mond blijft strak

Haren helpen ook
zolang ze lang zijn
Het gezicht kan even
worden afgewend
Maar ogen helpen niets
voor wie kan zien

Willen wij mannen het wel zien?
Melden wij wanneer nodig?
Voor de vrouw van de vriend?
Voor de vriendin van de coach?
Voor de gedoofde vlam 
van een al te sterke schoft?

Ook mannen kennen angst
Maar dat zou niet de angst 
om te melden mogen zijn

Peter Noordhoek

Gedicht bij ‘Orange the World 2020’

Internationale campagne

tegen Geweld tegen Vrouwen

op verzoek van Soroptimisten en Zonta Gouda

Dat wat zich laat vangen

Bij het hijsen van de regenboogvlag

Er is zoveel wat ons kan vangen:
een baan, een hobby of huurcontract
Maar ook bijvoorbeeld een moment,
een gedachte, een idee
Er is zoveel wat ons kan vangen

Maar wat zich niet zo goed laat vangen
is onze aard, ons wezen, wie wij zijn
De optelsom van alle cellen in ons lichaam
kan nooit optellen tot wat wij zijn
aan voorkeuren, kleuren en keuzen:
wij zijn niet in onze cellen te vangen

Wel zijn we in onze talenten te vangen
in onze verschillen en verscheidenheid
Een delen en een diversiteit die weer
tot steeds nieuwe patronen en
variaties leidt: het telkens weer
ontsnappen 
richting een nieuwe werkelijkheid 

Dus vier de eenheid
	die je in onze verschillen ziet
Dat wat zich niet laat vangen
	is wat ons het meeste biedt

Erfgoed

Wij lopen
waar zij ook liepen
Wij slapen
waar zij ook sliepen
Wij wonen, werken, leven
waar zij dat ook deden
Voor ons
Zo ver, ver, voor ons

Iemand bouwde hier
ooit een huis. Verbouwde, 
verfraaide en verslonsde het
Iemand kocht dat huis
Leefde, had lief en stierf
Iemand deed het van de hand
En zo ging ons pand
van hand tot hand
Wij wonen
waar zo velen woonden
Zien hetzelfde licht
Bewegen in hun schaduw
Groeien mee met de stad
Leven in dezelfde panden
Beheren het
Onderhouden het
Koesteren het
en doen het ooit van de hand
Brengen ons erfgoed
naar volgende handen


(Nou, nou, zei die man
in nieuw Westergouwe, 
van mij mogen ze die ouwe meuk wel houwe)