Bij het kijken in je ogen, verdord
als de toekomst van je land, dat je
achterliet, ontroostbaar, voel ik tussen
de tranen op de mat, de veerkracht
om te lopen, een kind in je armen, dat
is vernoemd naar je moeder die je
net begroef, omdat haar benen
te langzaam waren voor de vijand.
Je omarmt. Ik troost. Fluister in je oor
door het stof in je haren dat wij
het land van hoop en licht zijn. Jij kijkt
of ik het leven in mijn ogen heb, dat ik je
wil geven en ik sla ze neer. De twijfel die
ons laat rillen in het donker. Kom binnen.
Ruud Broekhuizen