Gouda, jij kalme klamme klamboestad. Dag oud stadhuis, dag klinkerstraten. Ik zeg vaarwel, dit was dan dat. Dag Rolstoelsteeg en dag Sint Jan. Je bent zo mooi, ondanks je hobbelgaten. Dag Kattensingel en dag Plesmanplein. Je bent een parel, Gouda, wist je dat? Mijn pen is leeg, er is genoeg geschreven. Dag plassen en adieu het Groen van Stein. Wie ook mijn opvolgster zal zijn, onthoud dit goed: wat ik verzweeg is wat er is gebleven. Frouwkje Zwanenburg
Gouda
Lentedag
In de Joubertstraat spelen kinderen in de tuinen in de bomen zingen mussen auto’s racen langs de huizen roddels sluipen langs de gevels liefdes kruipen in het kussen gras groeit in de middenberm onder de platanen. En wit en paars en overal bloeien de krokussen daartussen. Frouwkje Zwanenburg
gouda’s glorie
mooie meid ik eet uit je hand en snoep van je vingers jong jongbelegen snijdbaar oud met pit op mijn tong in jou zet ik mijn tanden en druk je tegen mijn mond mooie meid gouda’s glorie Aart Both
gouda, bedankt!
het ademen van de stad is op mij afgekomen heb ik gevoeld en opgesnoven verwoord teruggegeven nu ga ik en draag je over gouda bedankt!
Gouda een ode
In een plaats geboren worden
en daar blijven
tot oudwordens toe
is reizen in de tijd
in verwondering
onder de wolken
langs de rivier
ligt mijn geboortestad
mijn levensgenoten
de huizen aan de gracht
houden elkaar vast
leunt de één op de ander
al eeuwenlang
delen ze lief en leed
het oude centrum
knipoogt als het donkert
een langgerekte Jan
poogt zich te verstoppen
losliggende stenen
in de steegjes
fluisteren
vroeger is niet dood
vroeger kan lang geleden zijn
vroeger kan nostalgie worden
vroeger is een ontdekkingsreis
zij
met wie ik groot geworden ben
en zij
die mij grootgemaakt hebben
zijn er niet meer
brokjes liefde
stukjes genegenheid
zijn sporen die blijven
vroeger is niet dood
nog zijn er stadgenoten
van weleer
ik ken hen van naam
of van gezicht
soms is er oogcontact
een handgebaar
woord van herkenning
onze verliezen zijn bekend
worden opgevuld met aandacht
het verlorene is aanvaard
en
er is leven
in een plaats geboren worden
en daar blijven
tot oudwordens toe
is reizen in de tijd
in verwondering
Inez Meter
Bij de overdracht aan Aart Both, tweede stadsdichter van Gouda