Vandaag planten we aandacht

Een wijs man zei eens
(het had Jan Graafland kunnen zijn):
Iedereen zou eigenlijk niet meer dan
z’n eigen tuintje moeten onderhouden

Maar de wereld is groot
Niet van gevaren ontbloot
Door de eeuwen heen
is andermans tuin altijd begeerd
Moet steeds weer
ten koste van veel – vaak teveel
de les worden geleerd
dat het genoeg kan zijn
je eigen tuin te wieden
Bijvoorbeeld door wat anjers te planten
en zodra ze in bloei zijn
van hun witte bloemen te genieten

Dus vandaag, hier, planten we aandacht
Niet meer dan Anjergroot
maar niet van belang ontbloot
Aandacht voor wat is gedaan
en aangedaan
Aandacht voor wat is geweest
en gevreesd
Totdat wij met ons simpele planterswerkje
die vrees achter ons kunnen laten
in het eigen perkje

Peter Noordhoek

Van stadsdichter naar stadsopener

Een trap vol publiek in de Goudse bieb
zoekt elkaar op zonder elkaar aan te raken
Smoest, roezemoest in afwachting van
dat ene moment: de bekendmaking
van de nieuwe stadsdichter van Gouda
Het had best wel wat van een spreading event

Het moment is gekomen en weer gegaan:
felicitaties, bieren, vieren en een
onwezenlijk besef dat je aan de gang
mag gaan met gedichten, feesten
en grootse evenementen:
75 jaar bevrijding, 750 jaar stad

Ach, slechts 3 dagen heb ik dat genot
gehad. Daarna kwam alles uit het vat
van een virus van het biermerk corona

De stad ging dicht en deze
stadsdichter werd bijna uitgewist
Bijna, maar niet helemaal
Want al snel besefte hij dat
juist de woorden van een dichter
met ritme, rijm en warmte
en wat waarheid

de huizen en plaatsen open
maken die door virus, serieuze angst
en maatregelen waren dichtgeslagen
En met hem gingen vele andere
dichters op het dichterspad
Nooit heeft een stadsdichter zoveel
spontane collega’s gehad

We zijn nu een jaar verder
voorjaar en vaccin wenken
Maar de stad is nog dicht
Winkels zijn gesloten en
wanden komen op ons af
En geen gedicht kan dan
verhullen dat we meer
dan mooie woorden willen
En daarom is er maar één ding dat ik
nog liever dan een stadsdichter wil zijn
en dat, beste burgers en collega’s,
is om uw stadsopener te zijn

Peter Noordhoek

Boom

Waarom hebben mensen geen jaarringen
behalve later om onze buik?
Waarom hakken we mensen niet om?
Of waarom zagen we ze niet in stukken?
Zo van: kruin, kop en romp
in grote stukken zagen en dan
vingers, armen, benen, tenen
vlotjes in de shredder?

Nee, ik wil geen koppen in de krant
Nee, ik maak u niet van kant
maar wil toch even iets stellen
voordat u uw oordeel
of boom gaat vellen. Bedenk
dat bomen net als mensen zijn
En zeg alleen, in het zicht
van die laatste oude
stompe stronk:
I feel your pain

Peter Noordhoek


Eenzame begrafenis in Coronatijd

Een hand op de kist
Een knik van het hoofd
Een gemompeld ‘daar ga je’
Een controle van de naam
die iets meer dan controle is
Alles helpt, ook ______ op afstand

Eenzaam maakt snel alleen
De man, vrouw, voor ons
die onaanraakbaar
naar graf of urn gaat
Heeft ook ons allen
ongewild ______ op afstand
tot elkaar gezet

Maar troost kent geen tijd
Is niet gebonden aan Corona
openingstijden of
bezoekerslimieten
Er is altijd tijd voor afscheid
Een later laatste afscheid

Dus leg ik in gedachten
mijn hand op de kist
Knik ik mijn hoofd
Noem ik jouw naam
en neem ik geenafstand
tot herinnering

Peter Noordhoek

Stemmen

Ik stem
Jij stemt
Wij stemmen

Omdat we voor zijn
Of juist tegen
Wij stemmen

Bij zon, kou en bij corona
Per brief of namens oma
Wij stemmen

Voor de topper op de lijst
Voor de kandidaat uit Gouda
Of voor het wat
en niet voor het wie
Wij stemmen

Voor onszelf
Voor ons samen
Voor democratie
Wij stemmen

Ik stem
Jij stemt
Wij stemmen

Peter Noordhoek


Onze ogen

We hebben allemaal onze jonge
oude ik nog in ons hoofd
De jongen, het meisje,
dat staarde, verlangde
hoopte, wanhoopte
En achter onze ogen
nu nog onze wereld deelt

Wat zichtbaar ouder wordt
is nog altijd jong van binnen
Van buiten getekend, grijs
gerimpeld, de wereld gewend
Kijkt nog altijd die jongen
dat meisje mee
Kijkt mee naar buiten

Dat kind is nu een vriend van ons
Een oude vriend die nooit
verrast is door wat wij vinden
Maar nog altijd jong genoeg
om met verbazing mee te kijken
met wat onze ik van nu
elke dag daar in die wereld ziet


Foto: Astrid den Haan, Schilderij: Andrej Zadorine

Ik spreek hier voor ons allemaal en weet niet of dat terecht is. Zo niet, goed of slecht, dan mist u iets.

Peter Noordhoek

Rellen

Als verveling frustratie wordt
Je zat bent van elke rotkop
Plat ben van het liggen
in je stinkende kot
En je je niet wil schikken in je lot

Dan rap je, rap je
naar de straat
trap je, trap je
naar blauw op straat

En kick je, kick je, keihard,
naar wat je niet naar buiten laat
niet naar je makkers, je girls
toe laat

gedaan met je lockdown
gedaan met wat me is aangedaan
Ik heb hier niet om gevraagd
hebben ze jou soms iets gevraagd?

ik hou scherven in mijn handen
Hou de scherven in mijn hart

 

De muren je plat slaan
En jij ook wil plat slaan

Peter Noordhoek


Holocaust herdenking

De Talmud zegt:
een woord is één munt waard
Een stilte twee

En elke naam is een stilte
een woord en nog
een stilte waard

Vooraf, de stilte van verwachting
van hoop, de voorzetting
door generaties heen

Dan na de geboorte het woord:
de klank die beeld en daden
hoorbaar maakt, de naam geraakt

En dan de stilte van het niet meer zijn
woorden bij het afscheid
STIL, stil, stil gehoord

Tsja

Zo zou het moeten zijn
Mag het moeten zijn

Maar soms moeten namen
juist opnieuw worden gehoord

om wat uit onze stad is opgehaald
afgevoerd, vervoerd en vermoord

En daarom zijn op onze Goudse straten
in stilte, woord en Stolperstein

hun namen steeds opnieuw te horen
gaat geen woord of stilte verloren

Peter Noordhoek

Gedicht geschreven naar aanleiding van de Holocaust herdenking op 27 januari 2021

Peter Noordhoek is dichter zonder dat zo te hebben bedoeld. Voor ‘echte’ dichters heeft hij altijd een groot ontzag gehad, maar zelf heeft hij moeite zich zo te zien. Hij ziet het meer als een soort ‘zingend proza’, waarbij het inhoudelijk best diep kan gaan, maar de woorden te volgen blijven. Verder kenmerkt zijn werk zich o.a. door een voorkeur voor bijzondere thematiek: gedichten over werk (‘organisatiepoezie’), gedichten over kerst en nieuwjaar, over clichés, over politiek en bestuur en andere invalshoeken die buiten de gebruikelijke thematiek vallen.

Omdat zijn periode als stadsdichter nagenoeg geheel samenvalt met Corona is ook daar een bundel over. Hij meest koestert hij de dichtroman ‘Over de rand’. Op een dag verzamelde hij alle gedichten die hij tot zijn 28e geschreven had, legde deze op volgorde van een mensenleven en liet een oude man vertellen hoe de gedichten zijn leven beschrijven.

Inmiddels is het nodige van zijn hand verschenen. Op www.peternoordhoek.nl staat een uitgebreid overzicht, inclusief meerdere bundels van zijn hand. Deze bundels zijn ook te downloaden of verkrijgbaar via Uitgeverij MeerdanNu.