4 mei gedicht

Het verleden kijkt ons toe
De soldaten die stierven voor een land voor vrijheid
laten hun ogen verwachtingsvol op ons rusten
De moeders en dochters en broers en vaders hebben hun hoop in onze handen gelegd
Omdat zij weggevoerd zijn van hun thuis
Verzetshelden groot of klein rekenen erop dat we hulp zullen bieden aan wie dat nodig heeft omdat zij het niet hebben overleefd
Hun tranen zijn onze regen

Het verleden kijkt ons toe
De ontelbare ogen van toen zijn op ons gevestigd
Triest omdat er nog steeds oorlog wordt gevoerd en ze verwachtten dat we hadden geleerd
Van hun fouten maar dat hadden ze verkeerd
Levens zijn gesneuveld voor een vrijheid die nu is
De tijd verlangt van ons dat we die niet zullen vergeten

4 mei 2024, Brecht Boekraad

Eeuwig rijk

Wie
Heeft bepaald dat ik
In een wereld op moet groeien waar de aarde opwarmt
Wie heeft bepaald dat we net zo lang gaan wachten tot het echt niet meer kan
En de kinderen wel weer met het probleem te laten dealen
Wie heeft dat bepaald

Want we weten dat de zeespiegel niet gewoon weer daalt
Maar laat ik heet gaan douchen en denken aan mijn persoonlijke problemen
Want ach wat is het leven zwaar
Raar, het zal wel toeval zijn van die temperatuur in februari
De verbazing is vaak van korte duur

Want nu ik erover nadenk wanneer viel ook alweer die laatste sneeuw
Dat warme is vast gewoon iets van deze eeuw
Zal wel de schuld zijn van de jeugd.

De honger in de landen ver vandaan komt toch nooit hier
Toch?
Nee ik denk dat het nep is
Al dat activistische gezeik wat een onzin
Het komt wel weer goed we zijn immers eeuwig rijk

Brecht Boekraad

Junior Stadsdichter van Gouda

Voorgedragen bij haar kennismaking met de gemeenteraad, 9 april 2024

De reden dat ik hier sta

De reden dat ik hier sta

Hier op deze plek
Hier
Ja
Hier
Stond een man
Die de hele dag chocolade maakte
Voor de mensen om van te genieten
Daar
Ja
Daar
In dat huis
Woonde een kind
Dat angstig naar de lucht keek
Bang voor de bommen van de oorlog
Om die hoek
Bij het winkeltje om die hoek
Die
Ja
Die
At een jonge vrouw
Haar allereerste stroopwafel
Ergens
Op het plein
Het
Plein
Ja daar
Zag een oudere man de stad in vlammen opgaan
Vroeger
In een tijd lang geleden
Was er een graaf
Die Gouda stadsrechten gaf
Al deze mensen
Voor ons
In het verleden
Zijn de reden dat ik hier nu sta

Brecht Boekraad