Mooi meisje wilde gaan dansen, met haar blote voeten in het groene gras. Stil, maar mooi meisje, ik zal je wiegen. Zoals ik je als baby ooit wiegde en woog. Met een steen werd haar kaak uit zijn voegen gestukt, met een steen werd haar gezicht van de aarde gedrukt. Ze werd geschonden in een nacht nat en zwart. Stil mooi meisje, ik zal je wiegen. Zoals ik je als baby ooit wiegde en woog. Ik mocht je gekreukelde kleren niet wassen, ik kon je verstrengelde haren niet kammen, ik streelde zo kort je gewonde gezicht. Stil maar meisje, ik zal je wiegen. Zoals ik je als baby ooit wiegde en woog. Frouwkje Zwanenburg