Reflectie:

ik keek terug en het was best oké maar
in het afgelopen jaar kreeg ik niet alles voor mekaar
wat ik van tevoren had gehoopt of had bedacht

misschien was ik te veel verwend
had ik mijn zaken fout gepland
geen rekening gehouden met allerlei factoren
die verstoren of juist helpen maar
hoe kon ik weten dat ik roet in mijn eten zou gooien

ik heb jou nodig

ik onderneem niets
zonder zeker te zijn dat er niks echt zeker is
en toch stap ik naar voren
omdat ik wil horen dat het goed komt

bij alles wat ik wil opbouwen
begin ik niks zonder vertrouwen
in een nieuwe kans
en begin ik niks zonder jou

ik heb jou nodig
ik heb jou nodig want alleen kom ik minder ver

ik heb jou nodig
jouw schouder, je ogen, je gedachten, je blik
je hand om vast te pakken
en niet meer los te laten

ik weet niet wat de toekomst brengt
ik kan er naar raden, gissen
de data van gisteren gebruiken
om te voorspellen te verwachten wat er op me af kan komen
maar wie dan ook vorige week het nieuws bedacht:
niemand wist de headlines van vandaag

en ik wil vooruit kijken maar soms
maak ik me toch zorgen
wat er morgen kan gebeuren

dus hé, jij
jij, jij en jij

ik heb jou nodig
ik heb jou nodig want alleen komen we minder ver dan samen

hier is mijn hand en ik verzeker je:
24 wordt het jaar
dat wij samen veel verder kwamen.

Jeffrey van Geenen
ter gelegenheid van de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Gouda

Voorgenomen

We wilden wijs beginnen
minder eten minder drinken beter leven
maar moesten nog door de voorraad heen
van waar we vorig jaar te veel van haalden

verkeerde woorden pijnlijke stiltes
ontevredenheid emmers eigen gelijk
alles komt op tafel;
afscheid oorlog politiek

tot je weer licht in de koelkast ziet
met ruimte voor nieuwe keuzes
nieuwe dromen nieuwe hoop

het maakt niet uit hoeveel januari
februari of oktober het dan is
we mogen het iedere dag
opnieuw proberen.

Jeffrey van Geenen

Ik geloof dat ik een fout heb gemaakt

ik geloofde dat ik een dichter was
die namens iedereen
woorden gaf aan heel de stad

ik geloofde dat ik je zorgen hoorde en begreep
ik schreef dat op, maar in mijn gedichten
las jij niet waar het jou om ging

ik geloof dat het niet donkerder is dan eerst
maar zie soms net als jij de dageraad niet meer
en toch staan wij samen hier

ik geloof dat het niet uitmaakt of we Kerstfeest vieren
vanuit het geloof in het kleinste wat waar werd om ons licht te zijn;
of om de gezelligheid van samen met elkaar;
of om de tijdelijke zorgeloosheid van overdaad onder een boom;
of gewoon omdat we hier zijn, staan, omdat de zon weer keert
om te hopen dat het beter wordt
dat het vrede wordt

en dan steek jij een eerste kaarsje aan en ik een tweede
hij een derde en zij dan honderden, duizenden
tot de stad baadt in het licht en ik jou zie
met je zorgen, met je angst, met je verdriet en hoe je
ondanks alles doorgaat met wat er voor jou echt toe doet

ik geloof dat ik jouw woorden niet sprak,
maar als we samen dichters zijn die zinnen zoeken
van geborgenheid, hoop, liefde, zachtheid, samenzijn –
omdat we mensen zijn die zoeken naar iets wat houvast geeft
en als ik dan de mijne doe en jij die van jou
en wij in de stilte van deze nacht
luisteren naar elkaar, geloof ik dat wij
iets goed kunnen maken

want het allermooiste woord zijn wij.

Hij komt, hij komt!

Ik ben net gehakt, gezaagd, gevallen
maar ach, zo doen wij sparren
en als je dan struikelt klauter je weer op
steunt wat op de mensen om je heen
en stap voor stap kom je dichter
op de plaats waar je wil zijn

en ik, ik wil naar Gouda
en ik kom er rustig aan
kijk er naar uit straks
te staan in jouw midden

je recht me, siert me
mokt mijn kaalheid maar
dromt om mij samen
en ik, ik luister naar je
wie zo links en zo rechts van mij zijn

vertrouw mij maar alles toe
ik vertel niks door
zelfs niet aan die alteram partem
maar kom straks allen te samen
en zing, zing, zing om mij heen

ik weet het je verwacht me pas
in je stad als de Sint er klaar is
maakt niets uit, ik neem de tijd
rijd nog van Kongsberg naar Larvik
naar Aalborg naar Koldenslov
naar Aabenraa naar Schleswig
naar Hamburg naar Bremen
naar afrit 11 op de A12
het duurt nog even
maar ik kom er rustig aan

ik kan niet wachten
tot je om mij heen komt staan.

Jeffrey van Geenen

Ben jij er al uit?

Ik schoof het in mijn schoenen
een brief met alles waar ik
op dat moment aan dacht
eerlijke lonen iets met wonen
en dat dan alles goed zou komen

en als ik morgen wakker word
– surprise, surprise!
ontdekken we dat alle schoenen zijn gevuld
maar niet wie elkaars lootje had
dus ruilen kan niet meer
ik kan alleen maar hopen
dat jij blij bent
met wat ik voor jou heb gekozen

en dat we de volgende keer
een beter lijstje maken.

Intocht

Het staat omcirkeld in de agenda
je hebt de ochtend strak gepland
voorbereid hoe laat we van huis gaan
waar we de fiets neerzetten
waar we langs de route staan
en wie welke regenjas nog past

houdt zicht dat te grote
mensen en kinderen
op jacht naar snoep
en selfies
niet voordringen

schat in hoe lang nog
want het is zaterdag
en er moet straks veel meer

tot uit kinderkelen
tussen alle geluiden
van ouders, beatboxen
en duizend-en-een vrijwilligers
die ene melodie klinkt

de woorden zijn veranderd
maar het danst door je lijf
en je voelt ineens
dat het zo spannend is
of hij komt, nee, dát hij komt

omdat je hard genoeg zong
en best braaf bent geweest
en dat vannacht
wanneer je slaapt
je lijstje meegenomen wordt
en het paard je wortel lust

en je voelt ineens
dat het zo spannend is
of hij iets, nee, dát hij iets
in je schoen heeft gedaan

langs de route
zwaait de Sint
en alle mensen
zwaaien
terug als kind.

Jeffrey van Geenen

Intocht in verkiezingstijd

Het is nog maar net november
en de laatste bladeren vallen
van drijfnatte bomen
zodat jij weer kunt kiezen
of je links- of rechtsom
tussen de takken door
de maan wil zien schijnen

ze zijn er maar druk mee
strooien met folders en woorden
vol grootste verwachting –
wie weet wordt het waar

maar deze zaterdag gooien we wonderen
en hopen we, zingen we, geloven we
met de kinderen mee: alles komt goed
want hij komt, hij komt.

Jeffrey van Geenen

Gedicht bij het nieuws op 8 november 2023

Ik versta de doden vaak zo slecht
opa fluistert wat onhoorbaars
het portret van oma kijkt mij zwijgend aan

bij de heg zie ik een buurman
van vroeger staan
zijn kat geeft geen kopjes meer

-ik weet niet wat dat zegt

Ik kan wel honderd vragen stellen
de dode antwoordt weinig terug
’t is of een bioloog verzucht:

waren het maar dichters.

Waren het maar dichters geweest

dan konden bundels je vertellen
wat iemand met een blik bedoelt

hoe voor haar de leegte voelt
in een lijf dat niets meer weegt

maar oma blijft zwijgen
de wind waait fluisterwoorden weg
nieuwe buren planten ook dit jaar
een ooievaar naast de heg

hoe slechter ik de dood versta,
hoe meer ik houd van wie nog hier
het hart het klopt het trilt het beeft
voor hoe lief en hoe schoon en
hoe mooi alles,
alles,
alles
wat nog leeft.

Jeffrey van Geenen

2020 Kerst en nieuwjaar

Het is zoeken naar een oud gevoel
in te moderne tijden

Het gaat om de kitsch van kerst
om bomen en gekleurde ballen

Het gaat om stilstaan en herhalen
en het vragen naar wat komen gaat

En wat wij vragen is een
witte kerst in een warm klimaat

En wat wij willen zijn clichés
op zoek naar de waarheid

Kerst en nieuwjaar –
Ik glimlach en verlang ernaar

Peter Noordhoek