Ik sta bij het Bolwerk te wachten voor rood Komt naast mij een donker jongetje staan Ik bekijk hem wat beter Mijn oog valt op een witte pluk haar Hee man, jij wordt al grijs, zeg ik spontaan Hij kijkt mij aan met heldere ogen Da's witte verf, reageert hij We hebben de kamer geschilderd vandaag Is het mooi geworden? vraag ik dan maar Ja, want die muur is nu helemaal wit En die andere zwart. Zwart? Ja, dat je de televisie beter kan zien Het licht springt op groen En het jongetje schiet er vandoor Op zijn kleine fiets met veel te laag zadel Zie ik hem slingerend het kruispunt over gaan
Boodschappen in de stad doe ik met de fiets. Ik moet vaak langwachten voor de verkeerslichten op het kruispunt bij het Bolwerk. Ik kijk dan maar of er om mij heen iets te beleven valt.