Stadsberichten

De woorden drijven stil door ’t verlaat
omgekeerd, gespiegeld
in een vreemdsoortig schrift

Een hond, staand op een boeg,
blaft staccato zijn vaarwel
tot hoog over de sluis
naar verderop
waar juist
de dichter gaat

en zwijgt dan in het Mallegat
De enorme sluisdeuren heffen zich
om beurten
In het kielzog
buitelen de woorden
plotseling uitzinnig mee
in de watermacht

en stromen langzaam verder
door de rivieren navelstreng
Ze komen pas bij zinnen
in het zicht van de zee
waar ontheemd
de dichter wacht

Er wonen woorden in mijn hoofd

Er liggen letters in mijn hoofd 
Luierend in de hangmat van de verbeelding 
Beetje schommelen op gedachtegolven 
Alsof het zomer is daarboven
 
De lelijkste tijd om een letter te zijn 

Er wonen woorden in mijn hoofd 
Eten zich een toekomst aan de keukentafel 
Groeien hun hoofd tegen de zoldering 
Om zich dan volwassen te noemen
 
Woorden wijzen soms de verkeerde weg 

Er zingen zinnen in mijn hoofd 
Kaatsende klanken aan een krekelmeer 
Rijgen regels aaneen tot sereen symfonie 
Roepend om meer vrijheid 

Of ik mijn hoofd even leegschudt op papier 

Maar de mooiste letters kennen geen volgorde 
De mooiste woorden duren eindeloos 
De mooiste zinnen zijn ongeschreven
 
Ze voelen het mooist 
Het warmst 
Het waarst 
Het raakst 

Als ik ze schrijf zijn ze verloren 
Voor de schoonheid die ik ze heb beloofd
toen ze nog woonden in mijn hoofd

Ruud Broekhuizen 

zonder titel

hier zijn stukken tekst
afval van mijn dromen
niet alles is daarin opgegaan

ik heb verknipt
gewikt gewogen
met dit als resultaat

ik vermoed dat jij er geen cent voor geeft
maar bedankt dat jij tot hier bent gebleven
voor mij zijn deze woorden 
nu 
goed genoeg besteed


Aart Both

De laatste stap

Twee jaar geboeid door Gouda
Gezien gehoord beroken en betast
Met meer dan een vluchtig raken
Ervaren wat mij in de stad beroerde
En wat mij in de stad deed krimpen

Ik heb gadegeslagen hoe de stad
Wilde en niet kon, ontdekt hoe de stad
Kon en niet deed, bemerkt wat de stad
Naar buiten waaiert en ondervonden
Wat de stad naar binnen zuigt

Ik heb gerouwd …
Zoveel natuur ontacht
Zoveel cultuur ontwonderd
Zoveel kansen onbevrucht
Waarom valt uit onze handen
Ons gezicht van later jaren
Die fijne potloodstreepjes
van onberekende waarde?

Dag klamboestad.

Gouda, jij kalme
klamme klamboestad.

Dag oud stadhuis, 
dag klinkerstraten.

Ik zeg vaarwel,
dit was dan dat.

Dag Rolstoelsteeg
en dag Sint Jan.

Je bent zo mooi,
ondanks je hobbelgaten.

Dag Kattensingel
en dag Plesmanplein.

Je bent een parel, 
Gouda, wist je dat?

Mijn pen is leeg,
er is genoeg geschreven.

Dag plassen en 
adieu het Groen van Stein.

Wie ook mijn opvolgster
zal zijn, onthoud dit goed:

wat ik verzweeg is 
wat er is gebleven.


Frouwkje Zwanenburg

Hanneke Leroux met pensioen

“Ze kwam door de tuin
naar de studio’s
voor we het wisten
wendde zij haar hoofd
legde haar oren te luister
aan long lucht en vluchtwegen
zo dicht op het hart
en wat daarop gedrukt

dichter op Gouda
kon je niet zijn”

Jeffrey van Geenen

Hanneke Leroux Griffioen was de Goudse stadsdichter van 2016 tot 2018. Een aantal van haar bekendste gedichten zijn ‘Dichter op Gouda’, ‘1001’ (over Inez Meter) en ‘Ik maak je uit’ (over #stoptober ). Haar opvolger, Pieter Stroop van Renen zwaaide haar uit met een groots ‘Dicht, Zuster Hanneke, dicht!’
Dinsdag 31 oktober ging Hanneke, verpleegkundig specialist bij Groene Hart Ziekenhuis, met pensioen. En ditmaal mocht de huidige stadsdichter Jeffrey van Geenen haar uitzwaaien, met een draai aan haar eigen woorden 🙂

Hanneke gaat door in haar functie als voorzitter van de Stichting Stadsdichter Gouda.
Neem een kijkje op de website van de Goudse stadsdichters voor alle stadsgedichten van Hanneke Leroux en de tien andere stadsdichters die Gouda sinds 2003 heeft gekend.