Graafland de grondwerker

Hij is een grondwerker,
graaft met de spade
geulen voor kabels.
Dom werk dat hij ophemelt.
Hij verkondigt dat hij ertoe geroepen is,
niet voor niets Graafland heet
en dat het familiewapen
drie bergjes aarde verbeeldt.
Geeft hij hoog op,
hij geraakt aan de grond.

MH17

Gisteren kon ik nog vreesloos
naar de vorm van de wolken kijken. 
Samen met jou.
Ik zag olifanten ontstaan,
jij een clown met een flapschoen. 
En je lachte onbedaarlijk.
Soms zag je enge monsters
of piraten
maar dat was niet erg.
Want monsters zijn ongevaarlijk
in de wolken.

En zelfs als de wolken zwart zwollen
genoot ik van het rollend grommen.
Samen met jou.
Ik kneep mijn ogen samen
jij telde tot de klap zou vallen
en zoende mij op de mond.
Tot we allebei nat waren 
en verliefd.
Je fluisterde in mijn oor
dat elke druppel die op ons viel 
een jaar samen is.

Maar dat was gisteren.

Ruud Broekhuizen

Water in mijn aderen

Ik droeg het water in mijn aderen. 
Lemige gemeente, stroopwafelstad.
Kon de zoete rivier proeven
als ze kronkelend botste op het bot.

Ik torste de trotse koggeschepen 
met gebrouwen bier en kilo’s kaas 
om over Hollandse IJssel getijden 
naar Vlaanderen en verder te gaan.

Ik gaf zeilmakers en viswijven florijnen 
die wegrolden in de rokerige havenkroeg.
Tollenaars en turfstekers hun tarwe 
dat ze wegspoelden met wijn en wei

Ik bracht de mallen voor pijpen van klei 
en de letters van Gerard Leeu.
Mijn gedregde bagger werd gebakken 
Tot stevige, gele IJsselsteen

Ik droeg het water in mijn aderen.
Kaaskoppig dorp, wegverzakte stad.
Maar zag de haven happen naar adem
en de stroming bezinken in stilstand.

Nu peddelen en poedelen er een paar
in mijn ouwe botten van de BinnenGouwe.
om kabbelend kalm aan de kade
vredig aan te meren aan het waterfront.

Lui en lam lig ik nu uit het zicht 
van koopzieken en klappend kaasvee.
Klots ik kleurloos tegen de deuren
in de schaduw van kaarsjes en de kerk.

Sla de stille sluizen op hun schouder
open de stromen in mijn ogen.
Laat de zompige lucht in mijn longen 
en de golven gonzen in mijn oren.

Laat mij de jachten plezierjagers 
binnen brengen in zinderende avondzon.
Zodat zij hun zilte zomeravond afspoelen
Met liters bier en een borden kaas

Ik draag het water in mijn aderen. 
Zeebonkenhonk, IJsselhavengat.
Herschrijf de historie op mijn huid
en ik breng het leven in de stad.

Ruud Broekhuizen

Balzaal van het bestuur

Ik schrok niet.
Toen de eerste partijen
samen dansten en
hun voeten sneden
bij de samba van arrogantie 
op de bebloede scherven
van hun nederlaag.

Ik schrok niet.
Toen de andere coalitie 
in brutaal geniep
de polka danste
met getrokken neuzen 
naar geplakte pleisters 
aan de zijkanten.

Ik schrok niet. 
Toen de Positieven polonaise liepen en
hun vrienden verraadden
door de rij te verlaten 
om zingend te zoeken 
naar oude liefdes.

Ik schrik.
Hoe mijn stem versterft 
tussen minachtend gewals 
van parende politici
in de balzaal van het bestuur
waar de vloer vol ligt
met gebroken respect.

Ruud Broekhuizen

4 mei een waagstuk

zou het kunnen

rotte appels sparen
niet wegdoen
geloven dat de rot
lokaal is tijdelijk
herstelbaar

aan het begin van deze avond
zoek ik rot op aardbeien
verwijder opdat het niet overslaat

zou het kunnen

doden herdenken
terwijl elders doden worden gemaakt
in lichamen gekerfd
vrede met alle geweld

zou het kunnen
tegen beter weten in



Aart Both

stemmen

tussen duizenden meningen
kan je verdwalen als op open zee
het gelijk is overal aanwezig
waar ga je heen, met wie moet je mee? 
democratie is die veelheid aan stemmen
niet één kapitein zet de koers uit;
wij allemaal bepalen de richting met stemmen
wel overheerst steeds een ander geluid

 
massa spreekt niet met één mond 
maar met vele

Als je in het kabaal je eigen taal niet hoort
Als je, je niet meer kunt vinden in het geheel
Weet dan dat de wind kan draaien
Elke keer weer wordt de horizont
Gemaakt door rode vakjes
Dus kleur vooral mee en
Speel een kompas

Klara Smeets

reservoir

tienduizenden harten 
gaan hier op reis 
in Google maal gedachten 
vermenigvuldig ze met
schouders die anderen dragen
plus handen die geven
zonder te vragen
tel er miljoenen pogingen bij op 
om te vinden, te verbinden
te vernieuwen
aangevuld met alle plannen 
die nog worden gedroomd
en je ziet het potentieel van de stad

Klara Smeets

oase

vanuit de spoortunnel 
fiets ik de stad in 
de wind is een wand 
die ik moet breken 
een najaarsregen 
miezert me grauw

maar dan
zie ik de lichten weer hangen 
de Kleiweg is een vreugdevuur

een ogenblik waan ik mij 
jonkvrouw fantaserend 
van trotse poorten
en een machtige stadsmuur

Klara Smeets

onder handen genomen

als jij geen tandarts was
en ik niet patiënt
dan had jij hier niet gestaan
en ik hier niet gelegen
dan had mijn dna
niet aan jouw vingers gezeten

als jij geen tandarts was
en ik niet patiënt
als jij dan hier had gestaan
en ik hier had gelegen
ik zou niet weten 
wat ik dan denken moest
waarom hang je boven mij
zou mijn gedachte kunnen zijn

maar nu jij tandarts bent
en ik patiënt
die voor controle komt
denk ik: doe je ding
en val mij niet lastig 
na deze


Aart Both