hoorzitting

getouwtrek is er steeds, tussen de kordaten; 
advocaten van de rust en eisers van beweging
ze hebben allen, ja allemaal een mening
over de zevende of eerste dag van de week
en wat hij de stedeling moet geven; 
gepaste stilte of meer reuring
lege straten, nee tassen vol
hoe open mag de zondag zijn?

 
de een schermt met bezinning en traditie
de ander weet een einde aan de crisis
zo ziet tweedracht er dus uit
en zo al vele jaren

maar in alle onenigheid
zoekt men nu echt 
naar een goed besluit

is er ook een rechter?

Dag man met de hoge baret

‘Kunst beweegt’ – G. de Kleijn
in elke ontmoeting 
zie ik het weer:
je trekt me aan 
en duwt me weg

zoals een mens zich niet laat kennen, 
nooit helemaal, nooit onvertaald

toch raak je aan 
verandert een tel 
de dingen
die daarvoor niet spraken

je hebt geleefd, beweegt 
je trilt na op dit doek
en ik lees in de schaduw
van je gelaat een regelmatige 
ademhaling

bravoure en rust, alsof je jezelf sust 
delen je gezicht in tweeën 
misschien blijft die droeve blik wel hangen
in de gangen van je bescheiden paleis 
vertelt dan van een welgesteld man 
met een vreemde baret
en een reis

Klara Smeets
Bij het schilderij ‘Man met hoge baret’ van Ferdinand Bol, dat Museum Gouda zal verlaten. Zie voor meer informatie www.museumgouda.nl (nieuws januari 2013)

Ondergronds

onder keien, stoeptegels, asfalt 
liggen legio wegen, andere steden 
niet eens
ver van onze voeten vandaan

verstopte objecten prevelen 
oude verhalen
en houden heimelijk verleden 
in een sluimerstand

- lakenloodjes, kanonskogels 
ovens van een lakenverver 
bronwaterkruiken, voorraadpotten 
molenstenen, vloeren, haarden 
kruisboogbouten, pijpen, scherven 
en afval dat nooit echt verdween -

overal
waar de bodem bedekt is met nu 
is vroeger op te graven

Informatie over archeologische vondsten in Gouda: Archeologische vereniging Golda, www.golda.org

daarna

 stel je voor
 je leeft een oorlog
 die je dagen vult
 die de stad in duister hult
 je leeft een oorlog
 die langer duurt
 nooit meer lijkt te stoppen
 en dan is daar het uur
 dat je vrijheid voelt

 zakdoeken zwaaien vreugde
 vlaggen waaien buiten
 zonder dat de ruiten
 worden ingegooid en de
 bewoners weggevoerd -

 iedereen open, iedereen ontroerd
 door soldaten op schouders
 en dansende ouders
 die met kinderen slingers
 op de markt vormen,
 
 zo werd vrij zijn
 een feest
 dat wij
 delen 

foto van Klara Smeets

Stolperstein

op de plek waar deze steen spreekt
krijgt een mens zijn wezen terug
uit de letters van zijn naam
herrijzen stofloos stil zijn benen
armen, handen, zijn gelaat
alsof hij hier ineens weer staat
alsof hij na te zijn verdreven
eindelijk terugkeert naar de plaats
waar zijn alles achterbleef
zonder het te weten
en tenslotte deed een nieuwe tijd
zijn bestaan vergeten
tot vandaag hem bij ons terugbrengt
een mens die moest verdwijnen
verschijnt in dit herdenken

2011 decor

wellicht is Gouda op een decemberdag geboren
in de twaalfde maand viert ze zichzelf uitbundig

gevels glinsteren in lantaarnlicht dat langer brandt

– tooit stadhuis, de Waag en de Sint-Jan met goud –

en alles feest, proost haast op winter
komt samen alsof de stad alle dagen van het jaar bestaat
voor die ene dag met duizenden kaarsjes

Klara Smeets

Meisje achter de kerk

Pas achter de kerk werd het wat stiller
Een paar duiven rommelden langs de rand
Ik trof er een meisje
Ze zat in haar eentje op de bank
te likken aan een ijsje
Ik groette haar
Zij groette mij opgewekt terug
Zit je daar vaker? vroeg ik toen maar
Mhmm, iedere vrijdag zei ze
Dit is mijn lievelingsplek

Ze hield haar blik constant op het poortje viel mij op
Voert het je naar vroeger terug? waagde ik
Misschien, antwoordde zij kort
En sierlijk onderschepte ze een kloddertje

Ik sprak een meisje op het Achter de kerk. Dit ontmoetinkje was zo kort en vanzelfsprekend dat ik de schoonheid ervan eerst over het hoofd zag. Later, toen het momentje mij weer voor de geest kwam, promoveerde ik het tot het maandgedicht van november 2010

Meidoorn bij de St-Jan

In stilte bewaren  
Oude muren en klinkers
De geheimen
Van het verleden

In een stille strijd
Van eeuwen
Ontwrong zich de meidoorn
Aan de knellende stenen

Het getergde hout
Reikt naar de hemel
Vindt rust bij de sterren
Die in witte bloesems spreken

Achteraf denk ik dat dit gedicht de jury een belangrijke aanzet gaf om mij tot nieuwe stadsdichter van Gouda te verkiezen. Het gedicht dateert dus van iets voor mijn stadsdichtersperiode.

Jongetje op het Bolwerk

Ik sta bij het Bolwerk te wachten voor rood
Komt naast mij een donker jongetje staan
Ik bekijk hem wat beter
Mijn oog valt op een witte pluk haar

Hee man, jij wordt al grijs, zeg ik spontaan
Hij kijkt mij aan met heldere ogen
Da's witte verf, reageert hij
We hebben de kamer geschilderd vandaag

Is het mooi geworden? vraag ik dan maar
Ja, want die muur is nu helemaal wit
En die andere zwart.
Zwart? Ja, dat je de televisie beter kan zien

Het licht springt op groen
En het jongetje schiet er vandoor

Op zijn kleine fiets met veel te laag zadel
Zie ik hem slingerend het kruispunt over gaan

Boodschappen in de stad doe ik met de fiets. Ik moet vaak langwachten voor de verkeerslichten op het kruispunt bij het Bolwerk. Ik kijk dan maar of er om mij heen iets te beleven valt.

Heldere nacht

De vollemaan verheft zich boven de stad
Wit maakt zich los van zwart
Tussen duister en licht
Worden scherpe grenzen getrokken vannacht

De Gouwe is een zilveren gracht
Zijn kade een met varens bedekt fundament
Voor de pilaren van de visbanken
Die in het maanlicht een tempel maken

Bij de aanblik van dit
Komt de onontwijkbare vraag op je af:

Waar sta  ik?

Het maandgedicht van december 2010 moest gaan over Gouda in midwintertijd, over Kerst en Sinterklaas vond ik. Ik vroeg me af hoe ik dat allemaal bij elkaar gedicht moest krijgen. Tot ik op een nacht wakker werd vanwege licht in mijn slaapkamer. Het bleek volle maan.