Muren breken Golven gaan over grenzen Er zijn alleen nog mensen Alle kleuren mensen zijn er Onder de zon In de kring gebracht De dwang is zacht De kring is teer Dus hou de kring gedacht Vandaag de dag Behoeft de kring de kracht van alle mensen
Kaarsjesavond
Brozer wordt ze met de jaren Maar onverminderd statig Staat in ons midden het stadhuis Wat een trotse oma Licht wordt voor haar aangedragen Van duizend jonge vlammen Aan smetteloze kaarsen Wuivend achter zwarte ramen Uit louter eerbied Tempert Gouda zijn geluiden Wanneer de massa zich verdicht Tot iedereen om oma heen is Een leger van de vrede Waakt in een ongewisse winter Samen wacht men op het teken Om met zingen te beginnen Even spant alles verwachting Zachter tonen de stenen Men gaat elkaar vanzelf omarmen Iemand knipoogt richting hemel 57
Ontmoeting
Niemand zag hem ooit nog buiten En de gordijnen bleven gesloten Maar desondanks konden ze weten Dat hij daar gewoon nog woonde Van lieverlede werd een man Door zijn omgeving vergeten En weggewerkt uit het geweten Een mensonwaardig misverstand Eén vrouw ging af op haar gevoel Had de moed om te gaan kijken Ze trof de man vereenzaamd aan Midden in een verpauperde boel Ze besloot toen hem bij te staan Heeft eerst eten voor hem gekookt Maakte geregeld zijn huis schoon Luisterde naar zijn levensverhaal Ze bezoekt hem zo iedere week En al kletsend ontdekte ze pas Dat de oude ooit een leraar was Van haar man die vroeg overleed 's-Woensdags komen holderdebolder Meestal haar kinderen ook even aan Ze drinken haastig Cola en daarna Spelen ze spookje op zolder Ze zegt dat ze weer helemaal opleeft Dankzij haar nieuwe praatmaat De mantelzorgbejaarde die blijkbaar Haar getekende leven meer zin geeft
Schaatsen op de Breevaart
Na jaren bind ik de schaatsen weer onder Trek de veters zo strak mogelijk aan Maak de stap het ijs op Glij door en verlies meteen de controle Draai om mijn as Kom knerpend tot stilstand En wacht Het is toch gladder dan ik dacht Als ik niet doorzet Rekent het nog met mij af Wat? Ik ben hier de schaatser! En zo is dat Ik stort mij opnieuw in de strijd Onder mij krijsen het ijzer en het ijs Het is nu hard tegen hard Maar na een tijdje Snijden mijn slagen de witte lijnen Die ik vroeger ook achter mijn vader zag Een gelukstraan welt op Mijn gedachten zijn helder als glas Al het zwart zit voor even onder dik ijs vast
De laatste stap
Twee jaar geboeid door Gouda Gezien gehoord beroken en betast Met meer dan een vluchtig raken Ervaren wat mij in de stad beroerde En wat mij in de stad deed krimpen Ik heb gadegeslagen hoe de stad Wilde en niet kon, ontdekt hoe de stad Kon en niet deed, bemerkt wat de stad Naar buiten waaiert en ondervonden Wat de stad naar binnen zuigt Ik heb gerouwd … Zoveel natuur ontacht Zoveel cultuur ontwonderd Zoveel kansen onbevrucht Waarom valt uit onze handen Ons gezicht van later jaren Die fijne potloodstreepjes van onberekende waarde?
Winterfeesten
Een feest: de stoomboot, de Sint Wijsgemaakt geloof Een feest: het donker, de kaarsen etalage uit de pas Een feest: onderdoorgang, geheimenis uitgelicht fantoom Een feest: de glazen, het kunstlicht eetbaar stadhuis Samen vierden wij winterfeest Wij stonden samen op de kade Wij stonden samen op de Markt Werden samen betoverd en bedot Samen schaatsten we op de singel Samen herinnerden wij ons vroeger Alle Gouwenaren samen of … toch niet allemaal?
Verbinding
Gouda kijkt naar buiten Opent onze wereld Onze ogen Voor de mensen van de wereld goede dokters Voor de dorpen van de wereld goede wegen Voor de boeren van de wereld eerlijk loon Voor de vrouwen van de wereld eerlijk recht Voor de kinderen van de wereld onderwijs En voor de dieren van de wereld respect Er is geen verschil tussen daar en hier Alleen de dagen van gisteren zijn ongelijk Toen wit nog wit en zwart nog zwart was Vandaag zien we elke uithoek in de wereld Als wij maar kijken, dan zien we elkaar Kiezen wij voor samen, dan wint iedereen Morgen kijken de kinderen Over onze schouder en vragen: Waarom was het toch zo moeilijk? Vandaag kiezen wij voor morgen Voor vereniging Voor samen Voor één
Dag klamboestad.
Gouda, jij kalme klamme klamboestad. Dag oud stadhuis, dag klinkerstraten. Ik zeg vaarwel, dit was dan dat. Dag Rolstoelsteeg en dag Sint Jan. Je bent zo mooi, ondanks je hobbelgaten. Dag Kattensingel en dag Plesmanplein. Je bent een parel, Gouda, wist je dat? Mijn pen is leeg, er is genoeg geschreven. Dag plassen en adieu het Groen van Stein. Wie ook mijn opvolgster zal zijn, onthoud dit goed: wat ik verzweeg is wat er is gebleven. Frouwkje Zwanenburg
Nijlpaard
Het heeft dik gesneeuwd en licht gevroren. Het nijlpaard van de stad heeft witte hoedjes op zijn oren. Frouwkje Zwanenburg
Mooi meisje
Mooi meisje wilde gaan dansen, met haar blote voeten in het groene gras. Stil, maar mooi meisje, ik zal je wiegen. Zoals ik je als baby ooit wiegde en woog. Met een steen werd haar kaak uit zijn voegen gestukt, met een steen werd haar gezicht van de aarde gedrukt. Ze werd geschonden in een nacht nat en zwart. Stil mooi meisje, ik zal je wiegen. Zoals ik je als baby ooit wiegde en woog. Ik mocht je gekreukelde kleren niet wassen, ik kon je verstrengelde haren niet kammen, ik streelde zo kort je gewonde gezicht. Stil maar meisje, ik zal je wiegen. Zoals ik je als baby ooit wiegde en woog. Frouwkje Zwanenburg