2020 Kerst en nieuwjaar

Het is zoeken naar een oud gevoel
in te moderne tijden

Het gaat om de kitsch van kerst
om bomen en gekleurde ballen

Het gaat om stilstaan en herhalen
en het vragen naar wat komen gaat

En wat wij vragen is een
witte kerst in een warm klimaat

En wat wij willen zijn clichés
op zoek naar de waarheid

Kerst en nieuwjaar –
Ik glimlach en verlang ernaar

Peter Noordhoek

2022 Kaarslicht

Weet je nog hoe donker het was
lege straten, lege cafés
winkels dicht, lichten uit

het jaar begon naargeestig
maar het werd beter
eindelijk een beetje zoals normaal
waar deze stad twee jaar op wachtte
waar deze stad twee jaar naar smachtte

wij hebben maanden feestgevierd
het was warm, het was licht
en we probeerden te negeren
wat we hoorden in het nieuws

en nu,
nu is het feest, het vlees, het licht
dit jaar zo duur geworden
en nu,
nu het koud en donker wordt
nu er nog steeds een oorlog woedt
nu zijn er nog steeds huizen tekort
lijken we verleerd
hoe samenleven moet

dit zijn de dagen die donker zijn
en toch zijn wij hier gekomen
staan we hier voor het eerst
of voor de zoveelste keer
naast vrienden en vreemden

het is donker in de stad, in het land
maar niet in ons
want wij staan hier, samen
en wij hopen
wij geloven
wij willen weten
dat het straks toch lichter wordt

het begint met hopen
hier samen op dit plein in Gouda
waar wij zij aan zij kunnen staan

dit zijn de donkere dagen
maar wij steken een voor een
allemaal onze kaarsjes aan.


Jeffrey van Geenen

2019 Samen

We staan vanavond talloos samen.
Hoewel wij hier met velen zijn
Is er ruimte op dit plein,
Zonder dwang, of ‘ja en amen’.

Geef je buren nu een arm,
Alleen maar kijken houdt niet warm.
Want bij gezichten horen namen,
Sta niet naast, maar sta hier samen.

Haak alle lijven in elkaar,
En maak voor een keer een gebaar.
Omdat de mensheid zich moet schamen:

Er zijn kinderen zonder thuis,
Door domme bommen op een huis,
Zonder hoop op ooit nog samen

Gun een ander volk je hand,
Maak eens ruimte in een land
Dat zo een plein heeft, een stadhuis.
Met duizend lichtjes achter ramen,
Met een volk, dat nu roept:

Samen.

Pieter Stroop van Renen

2017 G e b o o r t e

terwijl ze steentjes slingerden
over dolende schapen
wandelden zij
vanuit het duister
naar het wonder
dat de wereld binnenstormde in een licht

het smeulen in hen begon
van as
naar branden
naar heilig vuur
ze wilden lichtdragers zijn
geen afvalligen of verraders
maar ze waren naast herders ook
Mattheus, Paulus, Jozef, Lucas
misschien zelfs Judas en Petrus in één
ze riepen hun kuddes bijeen
zochten het Kind dat een Naam kreeg
zodat het geroepen kon worden
vanuit het donker
naar schemer
naar licht

Hanneke Leroux

2016 Het is december

Het is december
het vriest de sloten dicht
‘t verstijfde water dekt als een dunne deken
de half vergane bladeren in de singels doorzichtig toe
Je spot het ijs. Je hebt de zwakke plekken al gezien
De schaatsen onder, de handen op de rug daar ga je dan
Je vlucht. Je vliegt. Je ijst ervan. Je schaatst de krassen uit je ziel
Je komt van ver, uit een woestijn, maar later wil jij koning zijn van het bevroren water

Gouda. Blekerssingel. Ochtend. Kwart voor tien

Het is december
het schittert kaarsjeslicht
de samenzang opent de harten van de mensen
verwondert, verlicht, strijkt oude wonden helend dicht
Je bent precies op tijd, staand in het stilleven van verdraagzaamheid
dicht bij de boom, het hoofd geheven dan zet je in
Je zingt. Je zweeft. Je gloeit ervan. Je zingt de butsen uit je ziel
Je bent van hier. Je hoort erbij. Kind van de stad. Vrede is ook jou gegeven.

Markt Gouda. Avond. Iets voor zeven

Hanneke Leroux

2015 Kom Binnen

Bij het kijken in je ogen, verdord
als de toekomst van je land, dat je
achterliet, ontroostbaar, voel ik tussen
de tranen op de mat, de veerkracht

om te lopen, een kind in je armen, dat
is vernoemd naar je moeder die je
net begroef, omdat haar benen
te langzaam waren voor de vijand.

Je omarmt. Ik troost. Fluister in je oor
door het stof in je haren dat wij
het land van hoop en licht zijn. Jij kijkt

of ik het leven in mijn ogen heb, dat ik je
wil geven en ik sla ze neer. De twijfel die
ons laat rillen in het donker. Kom binnen.

Ruud Broekhuizen

2014 Rafels van de ziel

Als ik met mijn vingers langs de rafels van je ziel ga,
je raak op je aller teerst waar de wraak heerst
de wrok in zijn hok ongedurig stampt
en liefde verdampt. Zul je dan vechten?

Zal ik je stem herkennen als ze overslaat
in geweld versmelt
en je ogen verstillen in spiegelloos hard zonder mededogen
voor de vijand.
Als ik dat kan zijn?

Kun je lopen langs de vlammen van het vroeger
en verscherfde dromen?
De rook opstoken
als ik schreeuw te stoppen, je genade geef.
Schop je dan nog na?

Rest er nog iets van een mens
als de messen vallen het bloed wegspoelt langs de verzoening, die zijn hand
uitsteekt naar het verstand. Zou dat nog kunnen?

Als ik met mijn vingers
de rafels van je ziel raak wil je dan zoeken
naar het goede
mij optillen en zo ver dragen
tot onze lippen
elkaar in slaap raken. Wil je dat doen?

Ruud Broekhuizen